Operettemonarchie

Toen donderdag een open zenuw van de monarchie geraakt werd schoot heel politiek Den Haag reflexmatig in een kramp, terwijl bij het publiek juist een aan meligheid grenzende lacherigheid ontstond. Iedereen weet immers hoe het zit — het was de koningin die achter het initiatief zat om de informateurs ten paleize te ontbieden — maar geen van de politici die dat hardop durfde te zeggen. De potsierlijke pogingen van Ruud Lubbers ten spijt om een discussie rond de koningin in de kiem te smoren, doet de statige monarchie dan ineens denken aan zo'n oubollig blijspel van John Lantings Theater van de Lach: man komt thuis, minnaar in de kast. Oh nee, blijkt andere minnaar, dus die onder het bed. Man toch thuis, wil kast openen, enzovoort.

Ineens tekent zich glashelder af hoe moeizaam de monarchie binnen ons politieke bestel voortstrompelt, als zo'n hele slechte 19e-eeuwse Italiaanse operette, gespeeld door aanstellerige sopranen met topzware kapsels, wier hoektanden bij het zingen van de hoge C in hun oorbellen blijven steken. Het zou vrolijk zijn als het allemaal niet zo treurig was.

Het werd vrijdag dan ook geen kennismakingsgesprek — mevrouw Van Amsberg kent immers de heren Bos en Kamp reeds zeer lang, en bovendien mocht er inhoudelijk niet over de formatie gesproken worden — dus daarom noemde men het maar een beleefdheidsbezoek. Wat er allemaal tijdens dit kennisheidsgesproek of beleefdmakingsbesprek is gebeurd zullen we echter nooit te weten komen, want zo werkt een constitutionele monarchie nu eenmaal.

Desalniettemin zijn er dan nog steeds oerconservatieve lieden die tegen beter weten in menen een lans te moeten breken voor onze operettemonarchie: 'formeel' zouden de critici weliswaar 'gelijk hebben', het systeem 'klopt principieel op geen enkele manier', maar de traditie zou men toch moeten laten prevaleren om de 'mythe en het mystieke van Huis ten Bosch' in stand te houden. Luister en huiver naar hoe Jort Kelder het formuleert:



Jort Kelder (DWDD) en meligheid bij Pauw & Witteman over Beatrix' bemoeienissen met de formatie


Als ankerpunt in onze vaderlandse geschiedenis noemt onze Nationale Knuffelkakker 1848, sinds welk jaar de ministers verantwoordelijkheid dragen voor de onschendbare koning. Veiligheidshalve beperkt Kelder zich echter tot de reeks Beatrix-Juliana-Wilhelmina, want als hij nog één generatie verder terug was gegaan zou de knettergekke koning Willem III immers in beeld komen. Deze koning Gorilla, zoals hij in de volksmond werd genoemd, die bij de toenmalige minister van Defensie serieuze plannen voorlegde over hoe hij de Tweede Kamer wilde gaan belegeren en bestormen; deze volslagen idioot, deze notoire potloodventer, deze woeste koning die een lakei achter een door hem gelaten scheet aan stuurde, maakt immers op pijnlijke wijze duidelijk wat de bestuurlijke risico's zijn van erfelijk koningschap.

Kelders betoog is dan ook gefundeerd op de onjuiste premissen van een plat argumentum ad antiquitatem, waar onherroepelijk de bodem onderuit valt omdat immers álle koningschappen deel uitmaken van diezelfde traditie. Het behoud van onpraktische en immorele toestanden, zoals het vervoer met paard en wagen, geen kiesrecht voor vrouwen en zelfs lijfstraffen, zijn middels een beroep op achterhaalde traditionele premissen op dezelfde wijze immers altijd te rechtvaardigen.

Of de voorspelde chaos rondom de formatie uitblijft is thans nog maar zeer de vraag, maar áls die inderdaad mocht uitbreken dan is die niet het gevolg van het ontbreken van de majesteitelijke bemoeienissen, maar juist daardoor veroorzaakt.








Bemoeiatrix

In de levenscyclus van de monarchie, van radicaal-absoluut tot compleet uitgehold-ceremonieel, kijken we nu misschien wel naar hoe een cruciale overgangsfase er uitziet. Maar wellicht aanschouwen we zelfs wel de doodsstrijd van dit rare middeleeuwse relict — laten we het hopen — zoals een uitgebluste ster nog één keer fel opflitst om daarna voorgoed uit te doven. Twee kapiteins op één schip, waarvan eentje gekozen en de ander vermeend populair is, kan ook nooit lang goed gaan. De voorspelde pleuris mag dan weliswaar niet uitgebroken zijn na de invoering van de nieuwe formatieprocedure, maar vanwege het duistere politiek gewroet van de monarch is er echter allerminst reden tot gerustheid. De vraag is niet zozeer waarméé mevrouw zich bemoeit — dat is namelijk wel duidelijk: staatszaken — alswel de vraag op grond waarvan zij dat meent te mogen doen.


Het begon al voor de verkiezingen op 28 augustus met een zonderling berichtje in De Volkskrant, ergens verstopt op pagina 5, toen Rutte aankondigde na 12 september tóch naar de koningin te zullen gaan 'om advies uit te brengen'. Geen advies te vragen — vragen staat immers vrij — nee, om advies uit te brengen. Over hoe mevrouw de rhodondendron moest laten knippen, moesten we maar denken. Terwijl klein christelijk-rechts en de oerconservatieve neoliberalen met eschatologische lariekoek de onderdanen de stuipen op het lijf probeerden te jagen, beledigde de Deftige Dame de kiezer alvast door op haar website te dreigen de hele zaak alsnog naar zich toe te zullen trekken in geval de Tweede Kamer er niet uit zou komen. Welnu, die hebben er inmiddels blijk van gegeven er zeer wel zelf uit te kunnen komen, zonder enige majesteitelijke interventie.

De kennelijk onbedwingbare bemoeizucht van onze Zelfverklaard Goddelijk Uitverkorene heeft thans tot een situatie geleid waarin niemand er ook nog maar ene kont van lijkt te snappen. De voorspelde chaos is er dan uiteindelijk toch gekomen, echter niet vanwege het ontbreken van de koningin maar juist omdát mevrouw Bemoeiatrix zich zo nodig moet opdringen. Dat de eergisteren gekozen Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg even gaat kennismaken met het staatshoofd,— nou ja, vooruit dan maar. Maar kennelijk bleef het daar niet bij, want naar nu blijkt heeft zij mevrouw Van Amsberg verzocht de beide informateurs ten paleize te ontbieden. Waarvoor dan? Niet om kennis te maken, want zij kent de heren al jaren. Wouter Bos wist in elk geval te melden dat het niet hún initiatief was. Nee, zo verklaarde de zichtbaar geschrokken Van Miltenburg, het zou slechts om een 'beleefdheidsbezoek' aan het vaste regeringshoofd gaan. Ja, en de maan is van kaas. Er is namelijk maar één plausibele verklaring voor dit schimmenspel, en die luidt dat dit de eerste opdracht van Beatrix zélf was aan de kennelijk zwaar geïntimideerde nieuwe Kamervoorzitter.

De Tweede Kamer, die het nu voor het zeggen heeft bij de formatieprocedure, windt zich hier vanzelfsprekend en terecht over op, terwijl de onderhandelende Pluchepoeperds intussen doodleuk doen alsof zij de reden voor de ophef niet begrijpen. Onze eigen vrijetijdsrepublikein Van Raak verwondert zich dan ook zeer, Pechtold eist opheldering van Van Miltenburg, terwijl Van Haersma-Buma hetzelfde verhaal van de heren formateurs wil horen als zij aan die vreemde mevrouw vertelden. Welnu, voor dat laatste is een eenvoudige oplossing.


Om ooit van de monarchie af te kunnen komen is het demystificeren en het desacrificeren van de deelnemende personages allereerst noodzakelijk. Daarnaast — en dat is wel het allerbelangrijkste — dient de monarch zo veel mogelijk in een kwetsbare politieke positie gemanoeuvreerd te worden. Als zodanig zijn haar huidige bemoeienissen weliswaar zeer ergerlijk, maar buitengewoon nuttig en zinvol. Idealiter zou de koningin in de Tweede Kamer moeten verschijnen om daar verantwoording af te leggen, maar dat is vanwege haar onschendbaarheid helaas onmogelijk. Maar in dit specifieke geval, namelijk voor het laten informeren over de stand van zaken tijdens de formatie, zou het staatshoofd best wel eventjes naar de Tweede Kamer kunnen komen om samen met de parlementariërs te luisteren naar wat de beide informateurs te melden hebben. Daar zou helemaal niets mis mee zijn; ze hoeft immers niets te zeggen of te doen, dus die rare eenheid van de kroon blijft gewaarborgd.

Nou goed dan, omdat mevrouw zo deftig is hoeft zij daarbij dan niet op de publieke tribune tussen het ordinaire journaille en hoi polloi plaats te nemen. Voor deze speciale gelegenheid mag zij op zo'n mooi blauw stoeltje ergens beneden in de plenaire zaal gaan zitten. Net alsof ze echt gekozen is.








Pluchepoeperds

Ach ja, en dan de nieuwste marketingactie van de BV Oranje die, als exclusief leverancier van status, sinds vandaag middels de verkoop van postzegels de beeltenissen van de jongste aandeelhoudstertjes als hemels manna over het land uitstrooit. We nemen er kennis van met eenzelfde achteloosheid als bij iedere andere reclame op televisie: drie schattige meisjes bellen aan bij De Eikenhorst (zou je 'ns moeten probéren!), meneer Van Amsberg junior doet open, en plaatst zijn bestelling op een idioot groot bord dat toevallig nét in zijn voortuin staat opgesteld. Een ongeveer net zo geloofwaardige scène als de buurvrouw die uw problemen met de was aanhoort, en toevallig uit haar boodschappentas het reddende pak waspoeder tevoorschijn trekt. Enfin, niet het vermelden waard.



Maar met de viering in het vooruitzicht dat Nederland volgend jaar 200 een koninkrijk zou zijn — het zij de dames en heren oranjehystorici 1 vergeven te vermelden dat Nederland reeds 6 jaar geleden 200 jaar een koninkrijk was — is het toch eens tijd om daar enkele kanttekeningen bij te plaatsen. Want ja, inderdaad beklom in 1806 Lodewijk Napoleon als eerste koning de Nederlandse troon, waarna de oranjes pas in 1813 in dat opgemaakte bedje stapten. Beter gezegd: toen de oranjemonarchie hier uitbrak werd dat Nederland buiten het Weens Congres om gewoon door de strot geduwd, tot uiteindelijk beoogd stadhouder Willem VI zichzelf kroonde tot soeverein vorst. Wat een soeverein vorst precies moest voorstellen begreep eigenlijk niemand, dus dat zou een echte koning moeten worden, maar niet nadat meneer Willem — het is te ranzig voor woorden — zich eerst had laten smeken. Tja, maar daartoe zou dan wel 'eene wijze constitutie' moeten worden samengesteld.


De Minotaurus in het Labyrinth
De aanwezigheid van een constitutie in een monarchie wil echter allerminst zeggen dat er dan ook sprake zou zijn van een constitutionele monarchie,— net zomin als wanneer je heel actief met een radio bezig bent dan ook radioactief zou zijn. Nederland was onder Willem I, zoals Thorbecke het later zou formuleren: 'een napoleontisch gereglementeerde staat met een constitutionelen gevel'. Als een kleine Napoleon dicteerde de koning de gehele economie, het onderwijs en zelfs de godsdienst, zonder zich ook maar iets aan te trekken van die 'wijze constitutie' of de wil van het parlement.

Precies daarover mieren we na 200 jaar nog steeds, namelijk over de kernvraag waar alles in een constitutionele monarchie uiteindelijk om draait: waar ligt de soevereiniteit, bij het volk of bij de koning? Onze parlementaire democratie waarop een vreemde monarchale kop is vastgeschroefd, doolt als een verdwaasde Minotaurus nu al bijna twee eeuwen rond op Het Binnenhof. Maar wie is daar nu eigenlijk de baas? Om deze kernvraag zoveel mogelijk uit het zicht te houden, is discretie de hoeksteen geworden van ons hybride politiek bestel. Als de kop de ene kant op wil maar de poten een andere, dan speelt die treurige politieke worsteling zich namelijk per definitie achter gesloten deuren af.





Thans hebben we weer zo'n gevalletje aan onze monarchale fiets hangen, dat inhoudelijk eigenlijk helemaal niets voorstelt, maar dat opnieuw de kernvraag aan de orde stelt waar nu eigenlijk de soevereiniteit ligt. De koning wil namelijk geen camera's bij de beëdiging van de ministers en staatssecretarissen, maar de volksvertegenwoordiging wil dat wel. Sterker nog, voor de verkiezingen wilde het voltallige parlement dat zelfs. Wat nu? Laat de koning zich inbinden door 'eene wijze constitutie' of zet mevrouw haar Doorluchtige Hakken in het zand? Voor de staatsrechtelijke verhoudingen is dat in dat geval niet anders te duiden dan dat we ons in precies dezelfde situatie bevinden als onder Willem I: 'een napoleontisch gereglementeerde staat met een constitutionelen gevel'.

Het antwoord op deze kernvraag kwam deze week, toen Alexander Pechtold — u weet wel, van die partij die de kwestie rondom de gekozen burgemeester verloor en vervolgens hun eigen Thom de Graaf op zijn eigen dolk liet zitten in Nijmegen — dezelfde motie voor een openbare beëdiging opnieuw in stemming bracht, maar nu onder het nieuwe parlement. En wat bleek? Als bange poeperds, met het blijkbaar kietelende regeringspluche onder hun vers gekozen konten, stemden zowel de PvdA- als de VVD2-fracties nu ineens allebei tegen. Bij wie de uiteindelijke soevereiniteit in onze constitutionele monarchie ligt werd daarmee maar weer eens op pijnlijke en beschamende wijze duidelijk gemaakt.

Al met al nog een reden minder voor een feestje volgend jaar.





  1. Hysterische oranjehistorici
  2. Met een grandioze logica motiveerde de VVD'er Brigitte van der Burg de zwenking als volgt: in het vorige parlement steunde haar fractie de motie, en daarom vond haar partij het nu niet meer nodig om nog eens voor te stemmen en stemde ze dus tegen. 'Gisteren vond ik dit een mooie stoel, en daarom vind ik het niet nodig hem nog eens mooi te vinden dus vind ik 'm vandaag lelijk'. In schema: a ® b | a, Ø b (als a dan b, a dus min b). Proost!









Glastroebel

Het ging inderdaad niet langer, want in de loop der tijd waren allerlei kosten van het koninklijk huis overal en nergens weggestopt. Er werd lukraak maar een beetje op los gedeclareerd, en pas toen bleek dat de Groene Draeck op kosten van de gemeenschap werd onderhouden voor bedragen die een veelvoud waren van de totale waarde van het bootje, was de maat vol. De toenmalige Tweede Kamer was het spuugzat en Balkenende — u weet nog wel, die premier met dat Playmobilhaar — ging orde op zaken stellen. Een soort task force monarchy, moet u maar denken. Transparantie was het toverwoord bij de aanpassing van de zogeheten Wet Financieel Statuut Koninklijk Huis, en het zou een tweetrapsraket worden.


Keizer Vespasianus, de Romeinse vorst die
ontdekte dat geld niet stinkt. (anon. ca. 1430)
Die onhandige A- B- en C- componenten gingen allereerst op de schop, en het totale bedrag à € 113 miljoen zou in één keer lump sum worden uitgekeerd. Uit welke verschillende departementen die gelden zouden worden onttrokken was weliswaar niet duidelijk, maar de uitkering zou in elk geval in één overzichtelijke jaarlijkse betaling plaatsvinden. Vervolgens werd oud-minister Gerrit Zalm gevraagd om een grootscheepse cosmetische ingreep uit te voeren. In de boeken — dat wil zeggen in publicaties — zou ons koninklijk huis dan nog maar slechts € 39,5 miljoen kosten,— geen 40, neen, 39,5 want dat klinkt uiteraard beter. Het restant kreeg andere benamingen, zoals 'functionele kosten' en 'overige doorbelaste uitgaven'. Niettemin ging de hele hap er in één keer naartoe, en jaarlijks zou een degelijk accountantsrapport worden opgemaakt over hoe ons geld door de familie besteed was.

De onduidelijkheid over de herkomst van die € 113 miljoen was echter niet het grootste probleem, want dat bleek van geheel andere aard. De oude kwestie van waar nu precies de scheidslijn ligt tussen het private- en publieke domein waarin de familie zich beweegt, was namelijk nog steeds in duistere nevelen gehuld. En precies om die reden weigert het ministerie van Algemene Zaken nu inzage in het accountantsrapport, omdat het 'de privé leefsfeer van de familie zou schaden'. Kortom, alle transparantiebeloftes van Balkenende ten spijt, weten we weer niets. Sterker zelfs: nog minder dan voorheen, vanwege de lump sum-uitbetaling. Is dat erg?

Ja, dat is erg en ik zal u een voorbeeld geven waarom. Toen Willem-Alexander en Máxima in 2006 voor een zesdaags bezoek naar Australië gingen, stond dat voor € 60.000 op de begroting van een of ander Nederlands ministerie (of meerdere). Nadat die betaling had plaatsgevonden heerste er ophef in Australische parlement, omdat het gastland $ 90.000 belastinggeld aan het bezoekje bleek te hebben gespendeerd, uiteraard nog exclusief beveiligingskosten. Daarbij zij overigens opgemerkt dat we dit bij toeval op internet moesten ontdekken. Maar wat denkt u, volgden er Kamervragen in Nederland om die € 60.000 terug te vorderen of in mindering te brengen op een volgende begroting? U raadt het al: geen van onze bewindslieden durfde hier zijn vingers aan te branden, en de familie ademde dat bedrag zoals gewoonlijk in en schoof de € 60.000 losjes door naar een privé-component. Zo werkt lump sum blijkbaar met lieden die als geen ander de kunst verstaan om kosten bij een ander uit te laten komen.





Toch is de oplossing onthutsend eenvoudig, vooropgesteld dat er een premier in het torentje zit die niet onder de indruk is van een stampvoetende vorstin. Bij zijn ministerie van Algemene Zaken wordt de simpele regel ingesteld, zoals die voor iedere Nederlandse ondernemer geldt: bonnetjes sparen en inleveren. Beatrix, Willem-Alexander en Máxima krijgen vervolgens een maandelijkse uitkering van € 1000,- en voor al het overige — maar dan ook écht alles, van wintersport of nieuwe auto tot vakantiehuis of staatsbezoek — moeten zij naar de Tweede Kamer. En in geval van toestemming na terugkomst: bonnetjes inleveren. Geen bonnetje, geen geld.

Moet je eens opletten hoe gauw die flauwe kul dan is afgelopen.








Pavlovbuur

Het was wel even wennen, maar nu Máxima Zorreguieta inmiddels ruim tien jaar in Nederland verblijft begint zij het kunstje al aardig onder de knie te krijgen. Zwaaien-met-plastic-glimlach als universeel communicatiemiddel bij elk 'werk'bezoek, de wenkbrauwen tot vraaghoogte opgetrokken om interesse te veinzen, willekeurige mededelingen beantwoorden met de standaardvraag 'maar kun je dat ook sámen doen?', nikserige babbeltjes met het publiek afronden als een slecht songfestivalliedje, en uiteraard: van alles aannemen.

In de tijd tot ongeveer Juliana gold bij bezoeken aan het volk het akelige gebruik dat wanneer de vorstin haar bewondering over iets uitsprak, de bezitter het dan aan de majesteit moest schenken. Dat kon een mooie klok zijn, een fraaie antieke stoel, of een geërfd schilderij dat boven het bankstel hing. Als gevolg daarvan verstopten de onderdanen hun waardevolste spulletjes wanneer zij wisten dat de vorstin in aantocht was. De dranghekken tussen hoi polloi en de maiestas markeren dan als het ware ook de metafysische grens tussen de Gevende en de Nemende Hand.

Bij wijze van verrassing bezocht het kroonprinselijk paar gisteren het Brabantse plaatsje Uden, ter gelegenheid van de Nationale Burendag. Dit door het oranjefonds gesponsorde landelijke initiatief is primair bedoeld om de mythe van de 'samenbindende rol' van de familie er bij het volk nog wat dieper in te ranselen. Omdat het gewoon platte oranjemarketing betreft, is er dus geen secundaire bedoeling. Met andere woorden: het zal de familie een worst zijn of buren in Nederland elkaar kennen of niet.


Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

'Weest niet bevreest' zeide de engel. 'Ik heb geen geld'


Niettemin speelde zich een leerzaam tafereeltje af voor het oog van de camera's, namelijk toen Máxima voor een klein meisje stond dat popcorn verkocht. Verkócht? Aan Máxima? Jazeker, althans,— zo was de bedoeling. Het was als een alleraardigst toneelstukje, dat in het klein uitbeeldt waar de familie in het groot voor staat: nemen. Met een klassieke geconditioneerde Pavlovreflex reageerde Máxima met de woorden 'Nou, als je dat wilt doen, maar ik heb geen geld! Dus ja...' De prinses keek daarbij zeer overtuigend beteuterd, waarop de toegesnelde moeder haar dochtertje haastig iets toefluisterde, die vervolgens haar koopwaar gratis aanbood. 'Ja? Mag wel gratis? Weet je wat, zal ik dan dit meenemen? Fantastisch, dank je wel!'

Zoals het beroemde hondje van Pavlov de reflex ontwikkelde om te gaan kwijlen bij het horen van een bepaald geluid, zo reageert de familie bij het zien van een factuur reflexmatig met de bewering geen geld te hebben. Net als het Pavlov-hondje vergt het natuurlijk wel veel en langdurige oefening om aan te leren dat betalen iets is dat anderen alleen doen, en dat begint dus al bij een eenvoudig zakje popcorn. Een schaal groter dan het Udense hofleveranciertje, krijgt het Bronovo-ziekenhuis waar Máxima is bevallen te horen dat 'het niet gebruikelijk is de familie een nota te sturen'. Artiesten die gevraagd worden ten paleize op te treden en over een honorarium beginnen stuiten op de verontwaardigde reactie 'Betalen? Het is een éér om hier te mogen optreden!' Al doende gaat er via het publiek geld-infuus, waaraan de familie permanent ligt aangesloten, zoveel mogelijk in en zo min mogelijk uit — met obsceen perverse rijkdom als resultaat.

Maar die Máxima leert snel. Die komt er wel.








Geen pleuris

Nu de voorspelde pleuris bij het formatieproces nog steeds niet is uitgebroken, beginnen zich langzaam aan twee zie-je-nou-wel-kampen te vormen: aan de ene kant trok Alexander Pechtold vandaag de eer naar zich toe door zijn partij nadrukkelijk als initiatiefnemer voor deze wijziging in het Reglement van Orde aan te wijzen. Zelfs Jolande Sap, die met haar partij een van de grootste verliezen moest incasseren deze verkiezingen, was 'trots' die motie gesteund te hebben en stelde vast dat 'de Kamer het heel goed zelf kan'. No shit, Sherlock.

Aan de overzijde vinden we dan de conservatieve neoliberalen die de kwestie het liefst stilletjes zouden laten passeren, geflankeerd door orthodox christelijk-rechts dat plots in opvallend milde bewoordingen spreekt over een rol die de koningin niet 'gegund' zou zijn, en meent dat 'de schade beperkt is gebleven'. Niettemin betreurt Van der Staaij het nog steeds dat het in hun visie 'onverstandig en onnodig is om het mes te zetten in een goede traditie'.



Kees van der Staaij, debat 20 september 2012


Maar wie het Reformatorisch Dagblad erop naslaat zou de steile Calvinisten er haast van verdenken stiekempjes tóch voor de voorspelde chaos te bidden, al was het maar om zich dan weer ootmoedig neder te kunnen werpen voor het Aangezicht hunner Goddelijk Uitverkoren Majesteit om haar goedertierenheid af te smeken, zodat zij in haar oneindige wijsheid het formatieproces weer ter hand neemt. Het misgunnen van de rol tijdens de formatie aan de vorstin menen zij dan ook te ontmaskeren als 'geknabbel aan de monarchie'.

Niets is echter minder waar: Pechtold gaf vandaag wat dat betreft een treffender duiding, door erop te wijzen dat met deze nieuwe procedure de onafhankelijkheid van het staatshoofd juist veilig gesteld is. Thans zijn we nog slechts één stap verwijderd van de volledige depolitisering van het koningschap, waarna Nederland voor altijd met een rare monarchie zal zijn opgescheept. De neoconservatieven en de christenen zouden deze ontwikkelingen dus juist moeten omarmen, terwijl wij als republikeinen op onze beurt daarentegen het burgerinitiatief van oranje-pias Johan Vlemmix zouden moeten steunen om de macht weer aan de koningin terug te geven.





Van écht knabbelen aan de monarchie is pas sprake als dat obscure instituut in het felle daglicht wordt geplaatst, zoals deze week in Engeland gebeurde. Drie rechters hebben daar namelijk bepaald dat de regering brieven die prins Charles aan ministers schreef, moet afstaan aan The Guardian. Dat is vergelijkbaar met dat in Nederland de rechter 'In Naam der Koningin...' (sic!) de regering zou sommeren vertrouwelijke brieven die Willem-Alexander aan ministers schreef, af te staan aan bijvoorbeeld NRC Handelsblad, waarmee een tipje van de sluier zou worden opgelicht over het duistere politiek gewroet van deze zwaar overgeprivilegieerde familie.

Dan zou hier pas écht de pleuris uitbreken.








Paradox

Dat krijg je nu van politieke onzichtbaarheid: er is niets te schrijven. De troonrede was te voorspelbaar inhoudsloos om daar nu alsnog over in de pen te klimmen. Schampere opmerkingen over het hysterische oranjegrauw zetten even weinig republikeinse zoden aan de dijk als de verontwaardiging over de preventief in de boeien geslagen waxinelichtjeswerper. Natuurlijk is er altijd wel iéts te melden, al was het maar dat een scheidend — zich zowaar 'republikeins' noemend — Kamerlid een koninklijk lintje weigerde, en dat we de banale vertelling van de broekriem-die-aangehaald-moet-worden moeten vernemen juist uit de mond van een schatrijke deftige dame, die als enige ambtenaar in dit land er tóch in inkomen op vooruit blijkt te gaan.



Tenenkrommende taferelen voor paleis Noordeinde


Voor de ontwikkeling van kritiek op een politiek stelsel, waarbij een middeleeuwse monarch is vastgeklonken aan een parlementaire democratie, geldt als voorwaarde dat dit Fremdkörper op zijn minst ook zichtbaar zal moeten zijn. Om precies te zijn: politiek zichtbaar. Die gouden koets, die aanstellerige hoeden en dat rare gezwaai zijn allemaal uitdrukkingen van de vorst die zuiver ceremoniële taken uitvoert,— waarschijnlijk op de wijze waarop Thorbecke dat in 1848 ooit bedoelde. En natuurlijk gaat het goed, en natuurlijk komt de Kamer er zelf wel uit met die formatieprocedure, ondanks alle paniekerige onheilsprofeten die ons probeerden bang te maken voor een chaos zonder koningin. Sterker zelfs: het gevreesde debat over de benoeming van de formateur(s) dat morgen gaat plaatsvinden, blijkt zelfs niet eens meer nodig te zijn, omdat de formateur(s) al lang bekend zijn.

Wie roept dat een ongekozen staatshoofd niets te zoeken heeft bij de formering van een nieuw kabinet, heeft uiteraard het grootste gelijk van de wereld. Voor zoiets raars is inderdaad geen enkel valide argument te bedenken. Niettemin staat al wel vast dat ditzelfde ongekozen staatshoofd ook het regeringshoofd zal zijn van het (en ieder) te vormen kabinet, maar dan wel volledig onzichtbaar. Het geheimzinnige maandagmiddaggesprek tussen regeringshoofd en premier zal blijven plaatsvinden: eveneens volkomen onzichtbaar. Deze wellicht laatste zichtbare politieke activiteit van de monarch is door de uitvoering van het nieuwe Reglement van Orde van de Tweede Kamer aan onze waarneming onttrokken, en daarmee dus ook de mogelijkheid om kritiek te ontwikkelen zoals tijdens de vorige formatieperiode. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Zweden zal in ons land het gaandeweg steeds verder depolitiseren van het koningschap echter niet leiden tot een onkwetsbare ceremoniële monarchie, maar slechts tot het volkomen onzichtbaar maken van een ongekozen en onschendbaar lid van de regering.

De toestand waar wij thans op afstevenen is echter nóg schadelijker voor de transparantie van ons politiek bestel. Wie als republikein pleit voor een ceremoniële monarchie vraagt immers nog altijd gewoon om het behoud van de monarchie. Want ook al is er inderdaad geen enkele reden te bedenken om de koningin de formatie te laten leiden, is het omwille van strategische redenen van politieke zichtbaarheid — en dus kwetsbaarheid — van het grootste belang haar die rol zo nadrukkelijk mogelijk terug te geven.

De tweesprong waarop ons regeringssysteem zich bevindt is namelijk onthutsend simpel: ófwel we worden een republiek, ófwel we maken de monarch zo kwetsbaar mogelijk door haar zichtbaar politiek actief te laten zijn en daarmee de weg naar de republiek open te houden. Voor de invoering van de republiek is (helaas nog steeds) te weinig steun, dus zit er vooralsnog niets anders op dan het laatstgenoemde alternatief,— hoe paradoxaal dat ook moge zijn. Anders zou de monarchie hier wel eens voor eeuwig in beton gegoten kunnen worden.








Redeblikein

Opa's stonden in hoog aanzien
die zeiden dat het altijd zo was geweest
en altijd zo zou blijven
[...]
iemand zegt opa de pest met je oude verhalen


Remco Campert - Iemand stelt de vraag (Betere Tijden)


Vooralsnog lijkt het formatiemotortje onder Koning Kamp niet te haperen, en waarom zou het ook? Omdat Henk Kamp niet van het Huis van Nassau is? 'Ze zijn hier het beste voor opgeleid' hoort men vaak neuzelen, vaak nog aangevuld met een veronderstelde politieke neutraliteit. Waarom Beatrix — die per slot van rekening ook een betrokken lid van de regering is — dan ineens politiek neutraal zou zijn, is altijd een raadsel geweest. Vermoedelijk is die veronderstelling slechts een banaal onderdeel van de goddelijke mythe die de familie zo graag in stand houdt. Niettemin blijft de verandering in het formatieproces de gemoederen bezighouden, gewoontedieren als politici kennelijk zijn.

De dag voor de verkiezingen ontving Joost Karhof de oud-politici Wouter Bos en Frits Bolkestein, beiden in hun hoedanigheid van ex-vertegenwoordigers van de leidende fracties. Dat de neoconservatieve éminence grise in onvervalst Algemeen Bekakt Nederlands (ongevraagd) zou menen 'dat we het hadden moeten houden zoals het was' zal niemand verbazen. Het zou hier volgens hem immers om een oplossing gaan voor een niet-bestaand probleem. Toch een wonderlijke uitspraak voor de lineair denkende filosoof, want zo ken ik er nog wel een paar. Dan loop ik bijvoorbeeld op straat of ik sta bij de tramhalte, en roep ineens 'Ventieldopje',— desgevraagd zou ik dan kunnen beweren dat dit mijn antwoord is op een niet-gestelde vraag.



Nieuwsuur, 11 september 2012


Maar van Wouter Bos hadden we toch anders mogen verwachten. Hij leidt zijn standpunt ten aanzien van de gewijzigde formatieprocedure in met de raadselachtige woorden 'Ik ben redelijk republikeins gezind'. Nu ijsbeer ik toch al enkele dagen rond over wat 'redelijk republikeins' toch zou kunnen betekenen. Wil je dan soms een 'tamelijk' gekozen staatshoofd? Sta je dan met een 'nogal' oranje vlaggetje slechts 'een beetje' naar de gouden koets te zwaaien? Over lineair gesproken: republikein ben je of dat ben je niet. Je wilt dat het staatshoofd wordt gekozen, of je vindt het allemaal wel best zo. Een Redeblikein is een vierkante cirkel.

Maar dat zij hem allemaal vergeven. Stuitender is Bos' motivering: de gang naar de koningin zou een 'toonbeeld van tranparantie zijn', want 'iedereen maakt bekend wat hij de koningin geadviseerd heeft. De koningin kan dus ook nooit echt iets anders doen dan wat de meerderheid van de mensen haar adviseert'. En als klap op de vuurpijl besluit hij zijn antwoord door de hoop uit te spreken dat het goed zal gaan, en dat we in het slechtste geval een chaos krijgen.

Wouter Bos was ten tijde van de voorlaatste verkiezingen weliswaar niet meer politiek actief, maar het kan hem toch niet ontgaan zijn dat júist bij die formatie de rol van het staatshoofd zo nadrukkelijk ter discussie kwam te staan, juist omdát zij geheel tegen de raadgevingen van haar adviseurs in volkomen haar eigen gang bleek te gaan? Wie herinnert zich bijvoorbeeld niet de merkwaardig plotselinge verschijning van de toenmalige vice-voorzitter van de Raad van State Tjeenk-Willink?

Maar daarin schuilt eigenlijk het republikeinse bezwaar niet eens zozeer. Het zou best kunnen dat Beatrix op zeer kundige wijze het formatieproces kan begeleiden, hoewel niemand dat ooit met zekerheid zal kunnen vaststellen. De veelgenoemde transparantie is namelijk slechts één aspect, maar waar niemand het over heeft is de aanspreekbaarheid en — zo je wilt — politieke aansprakelijkheid. Wat nu, als de boel om de een of andere reden gierend uit de hand loopt? Het duurt bijvoorbeeld te lang, mislukkingen stapelen zich op, er is onophoudelijk geruzie vanwege incompetente formateurs et cetera. Wie is er dan bij de oude procedure op aan te spreken? Juist ja: de demissionaire premier, die is namelijk verantwoordelijk voor de dralende of klungelende koning. Maar laat diezelfde premier nu toevallig nét op datzelfde moment aan de onderhandelingstafel zitten, maar dan in de hoedanigheid van lijsttrekker. Kijk, en dáár wringt de monarchale schoen.

Willen republikeinen dan soms dat de formatieprocedure uit handen van het staatshoofd blijft? Nee hoor, republikeinen willen alleen dat hun staatshoofd gekozen is, dat die over een legitiem democratisch mandaat beschikt en als zodanig daarop aangesproken kan worden. En dat is echt niet teveel gevraagd in een moderne parlementaire democratie.








Prnsjsdg

Wie meent dat de Nederlandse onderdaan voor de buitenproportionele uitkeringen aan de koninklijke familie, hun gebruik van de paleizen, vliegtuigen, auto's, boten en ontelbare reisjes als tegenprestatie slechts eist dat zij zich één dag per jaar voor schut laten zetten, vergist zich. Vroeger was dat inderdaad zo: op 30 april verscheen de familie dan ergens in het land om de klassieke kunsten van koekhappen en zaklopen voor het oog van de camera te beoefenen. Allengs platte dat verder af tot bijvoorbeeld het smijten met een WC-pot, en thans verwacht de gemiddelde onderdaan toch ook wel dat er buiten die ene dag af en toe een prinses in de gracht springt. Kortom: de handen uit de mouwen in plaats van hand ophouden.

Behalve de plicht om af en toe een appeltaart in een bejaardencentrum te bakken, het aaien van geitjes op een pas geopende kinderboerderij en het vakkundig doorknippen van vele linten, hebben de stemgerechtigde onderdanen daar thans meedogenloos een nieuwe vernederende eis aan toegevoegd. Volgende week dinsdag — om precies te zijn de derde van deze maand — gaat ons staatshoofd namelijk de verzamelde Staten-Generaal bijeen roepen om de plannen van haar regering bekend te maken. Nu hoef je geen doorgewinterde politiek analist te zijn om te begrijpen dat die plannen helemaal niet bestaan. Desalniettemin hechten wij Nederlanders aan tradities, hoe raar die ook zijn, en laten wij volgende week dinsdag onze vorstin voor schut op haar troon zitten in de Ridderzaal. En dat is voor de drommel een zware eis aan die arme mevrouw, haastwel bovenmenselijk!


Welbeschouwd laten wij de koningin namelijk de plannen van het huidige demissionaire kabinet voorlezen, dus dat van Mark, Maxime en Geblondeerde Geert. Maar, zoals iedereen weet, is dat triumviraat al maanden geleden met een doffe klap geïmplodeerd. Sterker nog: die plannen rondom het Allerheiligste Ik zijn allang vergeten en door de papierversnipperaar gejaagd. Daarvoor in de plaats zouden wij die deftige mevrouw natuurlijk de begrotingen van het Kunduz-akkoord kunnen laten voorlezen, ware het niet dat de samenstellers daarvan inmiddels ofwel parlementair zijn geminimaliseerd, ofwel hebben de ondertekenaars tijdens hun afgelopen verkiezingscampagnes reeds afstand genomen van die afspraken, zoals de forensenbelasting en de langstudeerdersboete.

Arme Beatrix! Maar ja, die rare prinsjesdag-dag ligt nu eenmaal wettelijk en traditioneel vast, en kan slechts door middel van een grondwetswijziging worden verplaatst, wat zeer veel tijd zou gaan kosten — gesteld dat zo'n wet het überhaupt zou halen in de Kamers.

Als wij onze Hoogstdoorluchtige Derzelve deze akelige vernedering willen besparen zit er eigenlijk maar één ding op: volgende week dinsdag plus de hele datum overslaan. Na maandag 17 volgt dan dus direct woensdag 19 september. En dan krijgen we vervolgens — in Nederland, althans — ergens tussen nu en het eind van dit kalenderjaar die verloren dag tussengevoegd; om precies te zijn de derde septemberdinsdag. Gesteld dat het nieuwe kabinet haar regeerakkoord rond de kerst heeft voltooid, krijgen we dan dus in allerlaatste instantie na oudjaar eerst nog even dinsdag 18 september, en dan pas nieuwjaarsdag. De oliebollen zijn dan misschien wat harder dan anders, maar zo komt het allemaal dan toch nog op z'n pootjes terecht.

Of we besluiten om die deftige mevrouw volgende week een liedje te laten zingen. De Staten-Generaal wil vast wel meeklappen.









Achterwaarts, mars!

Voor grauwe gebouwen staan ze, met bloedeloze ingevallen wangen in onafzienbaar lange rijen, zwijgend, moedeloos, gebroken, met gekromde ruggen en de holle ogen teneergeslagen. Sommigen van hen mogen naar niet binnen, maar anderen moeten juist. De in lompen gehulden, de kanslozen, de hopelozen, de overtolligen, het menselijk afval van de sacrosancte Marktwerking. Lasciate ogni speranza, voi ch'intrate — laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt. De regen is dun en zuur en vermengt zich tot een penetrante geur van zweet en urine, want die kost immers niets. Al het overige is een linkse hobby, zelfs de zon. Neuriën is inmiddels bij wet verboden, en sinds kort ook kleur.

Kinderen spelen al lang niet meer: op hun blote knietjes kruipen zij over de straten, peuterend tussen het plaveisel op zoek naar niets, want ook dat is gratis. Aan de overkant van het plein galmt het schrapende geluid van een afbraakplank, die moeizaam wordt voortgesleurd door een oude man, onderweg naar zijn kartonnen doos.

En over het afbrokkelende pleisterwerk hangt een vale, gescheurde afbeelding van De Schaterlach, de neoliberale grote bek: hard, brutaal en zonder mededogen. Vragen uit de praktijk beantwoordt hij uit de theorie. Voor wie moeite heeft met zijn principes trekt hij probleemloos en losjes andere tevoorschijn: collaboreren met berijmde psalmen of heulen met soldatenlaarzen,— voor hem is het allemaal om 't even. Naar boven likken en naar beneden schoppen; alles is geoorloofd zolang de tabellen en statistieken zijn inquisitoire rechtvaardigheid maar aantonen.

Levensgeluk is een privilege dat nog maar voor weinigen is weggelegd. In een onneembaar bastion van licht wordt vrolijk het glas op de majesteit geheven, hun archetypisch ideaal van duister gescharrel, en waar cynische bankiers met bankbiljetten lachend elkaars sigaren aansteken. God is voor ons allen, dus bidden is toegestaan — mits zonder hoofddoekje — want het mag immers niets kosten. De rest wordt geregeld en geritseld met een vrind.

Iedere onderdaan is ondergedompeld in het kille vruchtwater van de wanhoop. En in de verte krast een raaf, als een klaaglijke schreeuw, maar die zal nooit verder kunnen reiken dan de loden hemel.

Maar de staatsschuld is tenminste weggewerkt,— dat dan weer wel.









Op de sofa

In zijn boek 'Zur Psychopathologie des Alltagslebens' (1901) beschrijft Sigmund Freud het fenomeen van de verspreking, waarbij iemand onbedoeld inzicht geeft in wat er zich in zijn of haar geest afspeelt. Het is daarbij alsof onbewust en per ongeluk heel eventjes de voering naar buiten piept. 'Waar het hart vol van is, loopt de mond van over' luidt niet voor niets een bekend Nederlands spreekwoord. Over de dynamiek achter dit merkwaardige verschijnsel is al veel geschreven en gespeculeerd, maar een van de interessantste is misschien wel de kennelijke noodzaak om met zo'n verspreking tot een soort van bekentenis te komen. Net als bij een biecht of bij een ontmoraliseerde therapeutische catharsis, zou dit type bekentenis een bevrijdende werking hebben. Als zodanig zou dit soort van versprekingen te begrijpen zijn als een noodzakelijke bekentenis en daarmee een van de belangrijkste manieren zijn om een waarheid uit te spreken. Wie zo'n verspreking opmerkt, hoeft — net als een biechtvader of therapeut — niet veel meer te doen dan begrijpend met zijn hoofd te knikken en verder te zwijgen: Ah ja,— dus zó zit dat...

Toen demissionair premier Rutte als gast bij Pauw en Witteman tijdens het programma '1 Voor de Verkiezingen' vanuit meerdere kanten op nogal confronterende wijze werd aangesproken op zijn negative campaigning jegens de PvdA, deed zich zo'n merkwaardig moment voor. De VVD-voorman kon maar niet ontsnappen, ondanks zijn obstinate gehamer op de inhoudelijke verschillen tussen zijn partij en de gevaarlijke socialisten, en voelde zich kennelijk gedwongen zijn positie partijpolitiek te rechtvaardigen. 'Kijk, als minister-president is het mijn taak om er te zijn voor alle Nederlanders, en ervoor te zorgen dat ik het algemeen belang in de gaten houd. Maar het is altijd zo in Nederland dat de minister-president ook een partijkaart heeft. Ik ben niet het staatshoofd. Ik ben niet de president'.

De republikein zwijgt kalm en knikt begrijpend het hoofd: Ah ja,— dus zó zit dat...



1 Voor de Verkiezingen (8-9-2012), Nieuwsuur (10-9-2012)


Zoals te verwachten vindt Rutte het niet nodig om te bezuinigen op de salarissen van de drie uitkeringsgerechtigde leden van het koninklijk huis. Daarvoor geeft hij als reden dat zij trendvolger zijn van de ambtenarensalarissen, en omdat die niet of nauwelijks stijgen zou dat ipso facto dus ook gelden voor hun uitkeringen. Samsom liet hier — bewust of onbewust — de kans liggen om erop te wijzen dat die drie 'geringe' uitkeringen van € 7,1 miljoen slechts een fractie uitmaken van de naar schatting in totaal € 113 miljoen die er jaarlijks naar het koninklijk huis vloeit. Genoemde koppeling mag dan weliswaar een feit zijn, maar die geldt uitsluitend het uitkeringsbestanddeel — en níet de resterende € 107,9 miljoen aan emolumenten (o.a. paleizen, staats- en kroondomeinen), declarabele kosten (o.a. personeel en vliegtuigen) en overige doorbelaste uitgaven van andere begrotingen (o.a. RVD, militair huis, kabinet der koningin). Trouwens: waar zou je deze absurde inkomensbestanddelen — want dat zijn het — überhaupt en ooit aan kúnnen koppelen?

En vervolgens floepte er ineens weer een rechtvaardiging uit Rutte met de ondertoon van een apologetische bekentenis: 'Zou je een president hebben, dan heb je die ook niet voor helemaal niks'. Mmm... merkwaardig, want er was toch écht helemaal niemand die ook maar met één woord gerept had over vergelijkende kosten van een president in een republiek; niettemin vond de demissionaire premier het nodig dit te moeten noemen. Andermaal een gemiste kans voor Samsom, die heel simpel had kunnen volstaan met de retorische vraag of de zoon van zo'n president en diens echtgenote ook miljoenen-toelages van de staat ontvangen, of zo'n president en zijn familie ook belastingvrijstellingen genieten en het regeringsvliegtuig ter beschikking hebben om mee op wintersportvakantie te gaan: 'Tja meneer de premier: u begon er tenslotte zélf over'.

Maar de republikein zwijgt kalm en knikt opnieuw begrijpend het hoofd: Ah ja,— dus zó zit dat...








Weigerpremier

Natuurlijk zou het veel gemakkelijker zijn om nu iets te schrijven over Willem-Alexander die voor zijn plezier eenden uit de lucht knalt, waarbij afgelopen weekeinde bovendien de kroonprinselijke jachthond gewond is geraakt. Makkelijk zat, inclusief de eis van juriste Marianne Thieme dat de prins hierover opheldering geeft en zijn excuses aanbiedt voor zijn curieuze hobby. 'Kroonprins die voor de lol eenden uit de lucht knalt terwijl zijn vrouw voor een goed doel door de gracht zwemt. Sneu beeld', aldus Thieme, daarbij refererend aan de vermeende voorbeeldfunctie van Willem-Alexander. Toch zou een juriste als geen ander moeten weten dat niemand in Nederland de prins iets kan vragen — laat staan iets van hem eisen — simpelweg omdat hij onder de ministeriële verantwoordelijkheid valt. Zelfs al zóu het Thieme lukken de eendenjacht wettelijk te verbieden, dan herinnert iedereen zich nog wel hoe de prins in 2007 met zijn vrienden dan maar in Spanje patrijzen afschoot, omdat die vogelsoort hier in Nederland beschermd wordt. Enfin, daar gaan we het dus maar niet over hebben.


Get Microsoft Silverlight
EénVandaag, 10 september 2012

EénVandaag, 10 september 2012


Vanavond was Pieter Jan Hagens van EénVandaag in gesprek met Diederik Samsom en bracht de rol van de koningin bij de komende formatie kort ter sprake. 'Wat als de koningin aanstaande donderdag tóch het initiatief naar zich toetrekt en alle fractieleiders voor advies ontbiedt, zou u dan gaan?' Vervolgens voegde er hij nog eens fijntjes aan toe dat de koningin 'staatsrechtelijk de mogelijkheid heeft om dat te doen'. Hagens — toch een ouwe rot in het vak — zou beter moeten weten, evenals de knikkebollende Samsom: staatsrechtelijk heeft zij die mogelijkheid namelijk helemaal niet. Er is simpelweg geen enkele regeling en geen enkel wetsartikel dat invulling geeft aan hoe de formatieprocedure inhoudelijk dient te verlopen.

Tijdens het eerste premiersdebat op 26 augustus voor RTL4 was de PvdA-voorman nog zeer vastbesloten om de wil van de Kamer te laten prevaleren boven eventuele wensen van ons ongekozen staatshoofd. Van die gedecideerde houding was vanavond weinig meer over, vermoedelijk vanwege de kennelijk bedwelmende geur van het premiers-pluche die aan zijn neusvleugels kietelt. Samsom zou een uitnodiging van de koningin 'nooit afslaan, zélfs als de Kamer anders besloten heeft'.

Voor republikeinen blijft het vooralsnog wachten op de eerste moedige regeringsleider die ook weigerpremier durft te zijn.








Kuiten bijten

Zou het dan inderdaad zó eenvoudig zijn om van de monarchie af te komen? 'Máxima duikt gracht in voor goede doel' — de titel klonk in elk geval zeer veelbelovend en deed menig republikeins hart eventjes sneller kloppen. Zouden ze écht voor het goede doel van de republiek nu om beurten in de gracht springen? Helaas, het bleek niets meer te zijn dan hetzelfde soort fratsen dat we de lijsttrekkers van de politieke partijen de laatste weken hebben zien uithalen. De ingestudeerde grapjes, de georkestreerde spontaniteit, de geveinsde betrokkenheid, waaraan subiet weer een einde komt na de verkiezingen, is voor de dames en heren politici evenwel de opmaat naar inhoud. Populariteit en sympathie zijn slechts één kant van de medaille in het politiek bedrijf. Een lijsttrekker die niets meer te bieden heeft dan alleen maar in een gracht springen zal het vermoedelijk niet ver brengen in de politiek.


De koninklijke familie daarentegen, heeft écht niets meer te bieden dan de fratsen die de fractieleiders van de politieke partijen uitsluitend tijdens de verkiezingskoorts uithalen, bijvoorbeeld door zoals vandaag in de gracht te springen. Het ingestudeerde, het georkestreerde, de geacteerde interesse en de geveinsde betrokkenheid geeft gestalte aan de verwrongen en verknipte werkelijkheid van de koninklijke familie. Voor het overige is grandiositeit en arrogante distantie de geboden stijlfiguur om de magie in stand te kunnen houden. Hun realiteit blijft immers per definitie hangen bij populariteitspeilingen, en als zodanig is emotie de gammele kurk waarop de gehele monarchie drijft.

Angst is echter een emotie die moeilijk onder controle te krijgen is. Nu demissionair premier Rutte zich het afgelopen weekeinde heeft ontpopt als een bang, hoogfrequent keffend, Emile Ratelband-achtig kuitenbijtertje, is het de vraag wie er meer reden heeft om ongerust te zijn: Mark of Beatrix. Mark wellicht omdat het tij der peilingen zich nu wel eens definitief en beslissend tegen hem zou kunnen gaan keren gedurende deze laatste dagen voor de verkiezingen, en Beatrix zou in dat geval wel eens één van haar meest kruiperige hielenlikkers moeten verruilen voor iemand die zich nog niet eens zo lang geleden als betrekkelijk onbeduidend kamerlid openlijk uitsprak voor de republiek. Althans, voor wat het waard is, want ons drammerige staatshoofd zal ongetwijfeld wel meer met dat bijltje gehakt hebben.

Hoofdzaak is vooralsnog dat — hetzij linkom of rechtsom — bij de komende inhuldiging Jorge Zorreguieta ongehinderd op het bordes moet kunnen verschijnen. En daarmee blijken beide premierskandidaten geen enkel probleem te hebben.








Azijnpissen (1)

Tijdens alle verkiezingsdebatten — onafhankelijk van inhoud of onderwerp — overal valt de gitzwarte bezuinigingsschaduw overheen. Of het nu over defensie, zorg, overheid, cultuur, sociale zekerheid, huizenmarkt of onderwijs gaat: in laatste instantie wordt ieder thema uitgewrongen in termen van pecunia, omdat het sacrosancte begrotingstekort tot in de fijnste haarvaten van alle discussies doorsijpelt. Tussen het multimediale geweld van partijpolitieke proefbalonnetjes, schreeuwende peilingen, fact checkers en premature coalitie-koketterieën zweeft er dan ineens een onbeduidend nieuwtje tussendoor dat geen enkele aandacht krijgt. Het kabinet is dan weliswaar demissionair, en de bewindslieden zijn momenteel wellicht vaker op straat aan te treffen dan achter hun bureaus, maar er worden nog steeds beleidsmaatregelen genomen en uitgevoerd.

Aan de titel van dit artikel kunt u zien dat dit een serie gaat worden, want republikeinen staan erom bekend notoire azijnpissers te zijn. Welnu, het is dan maar weer eens een keertje zover.


Emanuel de Witte(1617-1692):
Interieur van de Kerk te Delft (1651)
Vandaag werd namelijk tussen het nieuws doorgefrommeld dat staatssecretaris Halbe Zijlstra van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap besloten heeft om de privé-graftombe van de koninklijke familie te laten renoveren voor een bedrag van maar liefst € 6 miljoen. U weet wel, de Nieuwe Kerk in Delft waarin zich het praalgraf van Willem van Oranje bevindt en alle leden van de koninklijke familie worden bijgezet. Van deze beroepsparasieten zijn we inmiddels wel gewend dat zij als geen ander de kunst verstaan de kosten altijd bij anderen uit te laten komen, dus van hen is uiteraard geen enkel gebaar — laat staan een eigen bijdrage — te verwachten.

Als zodanig is het dan ook onbegrijpelijk en onvoorstelbaar dat Zijlstra, die nog maar nauwelijks twee weken geleden met een omgekeerde lege portemonnee voor de Nederlandse studenten stond, kennelijk nu in een hoekje toch ruim € 6 miljoen voor de koninklijke grafkelder heeft weten te vinden.

Het doet sterk denken aan het vergeefse verzoek in 1997 van toenmalig Minister van Gezondheid Els Borst om 60 miljoen gulden voor de vaccinatie van de jeugd tegen nekkramp, terwijl diezelfde week de Nederlandsche Bank de Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan voor maar liefst 82 miljoen aankocht. Die aankoop was dermate in duistere nevelen gehuld, dat er zelfs Kamervragen werden gesteld over de geheimzinnige handelwijze van de toenmalige bankdirecteur Nout Wellink en Minister van Financiën Gerrit Zalm, die de gehele deal buiten het parlement om had geregeld. Later werd pas duidelijk dat koningin Beatrix achter de omstreden aankoop zat.

De renovatie van het familiegraf van de Van Amsbergers voor het lieve sommetje van € 6 miljoen aan gemeenschapsgeld is des te ergerlijker, omdat het kennelijk nog eventjes snel moest worden geritseld,— een week voordat er een nieuw parlement in de Kamer zit. Bah!








Rrrrefo!

Om een verhaaltje te kunnen vertellen heb je soms niet meer nodig dan alleen maar een paar figuranten. Voor het sprookje van Doornroosje heb je bijvoorbeeld niet veel meer nodig dan een koning, een koningin, een boze fee, een prins en uiteraard de hoofdpersoon. Die personages zijn zo plat als een dubbeltje, maar dat is ook voldoende voor het verhaal. Zo weten we bijvoorbeeld niets over wat voor een man die koning eigenlijk is, of hij eigenlijk wel een gelukkig huwelijk heeft, of de koningin misschien wel in een depressie verkeert omdat zij eigenlijk lesbisch en verliefd is op de fee, wat meteen verklaart waarom die zich zo boos en rancuneus gedraagt, terwijl de prins niet weet dat hij eigenlijk een bastaardzoon is van de koning en een zus van de fee. Dat is allemaal volstrekt irrelevant; het verhaaltje moet verteld kunnen worden, meer niet. Wie bij platte vertellingen toch meent diepte te moeten aanbrengen door irrelevante relaties te leggen binnen het verhaal en die vervolgens serieuzer neemt dan zij zijn, riskeert daarmee niet alleen zich bezig te houden met zaken die er ten principale niet toe doen, maar zich ook nog eens onsterfelijk belachelijk te maken.


De boze heks Zwarte Magica als
representante van destructieve magie
Een subliem voorbeeld daarvan konden we gisteren lezen in Dagblad Trouw, waar de hersteld hervormde theoloog drs. M.W. Muilwijk waarschuwt dat het lezen van Donald Duck zondig zou zijn. Zo constateert de godgeleerde bijvoorbeeld dat zich rondom Donald Duck zaken afspelen die te denken geven. 'De drie neefjes zijn altijd bij oom Donald, maar waar zijn de vader en moeder van deze neefjes? Is het goed dat deze drie neefjes worden opgevoed door een man alleen?' Deze moreel ontwortelde situatie roept 'in het licht van hoe de Heere de dingen heeft bedoeld en geschapen' toch vragen op bij de theoloog. Uiteraard mogen de duistere praktijken van de boze heks Zwarte Magica niet ongenoemd blijven: 'Dit is ook wat Zwarte Magica doet: Dagobert Duck verwoesten. Dit staat haaks op de Bijbel. Het kwade wordt namelijk niet overwonnen door het goede, maar Dagobert Duck (die niet uitblinkt in de christelijke deugd van naastenliefde; hij doet mij denken aan Luk. 12:13-21 (de rijke dwaas) en Luk. 16:19-31 (de rijke man en de arme Lazarus) slaat steeds het kwaad af.'





Laten we eens van de gelegenheid gebruik maken om — bij wijze van experiment — het platte verhaaltje dat de heer Muilwijk als morele maatstaf hanteert op dezelfde wijze volledig uit de rails te laten lopen. De bronnen zijn een ratjetoe van historisch verifieerbare feiten, mythische overleveringen, canoniek, apocrief en verschillende tradities.

Jezus van Nazareth had een vader, genaamd God. Niet naar eigen zeggen, maar dat is wat Paulus er later van maakte. Jezus' moeder was weliswaar getrouwd met Jozef, maar desalniettemin bevrucht door God. 'Genitum non factum' annoteert de kerk diplomatiek, in dit verband te begrijpen dat er uitsluitend bevrucht, maar niet geneukt is. Nou, vooruit dan maar. Toch maakt dat Jozef tot Jezus' stiefvader. Van de Joods-Romeinse historicus Flavius Josephus weten we anderzijds dat Jezus nog een broer had: Jacobus. Eigenlijk een halfbroer dus. Maar God blijkt niet alleen te zijn, want naast God staat ook nog de Heilige Geest, niet voor of na, maar ernaast. De notie van de goddelijke drieëenheid stamt immers pas uit de vierde eeuw. Wellicht is de Heilige Geest dan het beste te begrijpen als Gods broer, de oom van Jezus en Jacobus ('Onze Oom die in de hemelen zijt...'?), en omgekeerd zijn Jezus en Jacobus dus de neefjes van de Heilige Geest. Bovendien blijkt uit vrij recent archeologisch onderzoek dat God ook nog eens een echtgenote had, Ašerah, wat ineens een heel ander licht werpt op de affaire tussen God en Maria, die de hersteld hervormde theoloog vermoedelijk zeer onwelgevallig zal zijn. Dan zwijgen we nog maar over de gnostische traditie die verhaalt dat Jezus getrouwd was met Maria Magdalena, wier kinderen God en Ašerah dus als opa en oma hadden.

U zult zich inmiddels terecht afvragen waar dit allemaal op slaat. Inderdaad, helemaal nergens op: het verhaal vliegt hopeloos uit de bocht en gaat vervolgens honderd keer over de kop. Dit soort verbanden voegen niets toe aan de vertellingen, integendeel,— ze doen er juist afbreuk aan. Ze maken het net zo idioot als het leggen van relaties tussen de personages rondom Donald Duck, en net zo belachelijk door te beweren dat een vrouw na verkrachting weinig kans maakt op zwangerschap.








Der König

Zoals iedereen weet heeft de monarchie zeer dringend en nadrukkelijk behoefte aan een legitimatie, want per slot van rekening is het niet uit te leggen waarom iemand op grond van geboorte het hoogste bestuurlijke ambt in dit land bekleedt, en om diezelfde reden aan het hoofd van iedere regering staat. Daartoe worden dan allerhande argumenten uit de kast getrokken, die in de meeste gevallen alleen maar op emoties berusten.

Maar als het bijvoorbeeld om de keiharde kosten van (minimaal) € 113 miljoen per jaar voor ons koningshuis gaat, wordt het een beetje ongemakkelijk om daar louter sentimenten tegenover te plaatsen. Vooral in Nederland, daar zijn wij immers een veel te zuinig volkje voor. Dus dan krijgen we te horen dat de monarchie een veelvoud van de kosten ook weer opbrengt — sommigen beweren zelfs miljarden — omdat alleen een heuse koning voldoende gewicht in de schaal kan leggen om échte mega-orders binnen te slepen bij bijvoorbeeld staatsbezoeken.




NOS, 30 augustus 2012



Het is dus maar goed dat de koning van Duitsland vorige week ook is meegegaan met de handelsmissie naar China. Bondskanselier Angela Merkel zou niet zonder kúnnen, want zij weet als geen ander dat er zonder Goddelijke Doorluchtigheid nooit handel gedreven zou worden. Dus nam zij — naast zo'n beetje haar halve kabinet — vanzelfsprekend ook haar koning mee, compleet met hermelijnen mantel en gouden kroontje op zijn hoofd. Kortom, een echte Hoogheid. Jaja, die Merkel weet wat zij doet, die gehaaide politica weet precies waar die Chinezen gevoelig voor zijn!

Zwaar geïntimideerd door de gewichtige aanwezigheid van Seine Majestät heeft China dan ook meteen op de eerste dag vijftig Airbus-vliegtuigen besteld, voor het lieve sommetje van € 2,8 miljard. Zo ziet iedereen direct dat de kosten van de Duitse koning inderdaad meteen dubbel en dwars worden terugverdiend. En dan moet u nog weten dat de Duitse koning wettelijk 10/9 krijgt van het salaris van de Bundeskanzlerin; en dat van haar is € 220.000,-. Dat komt er dus ongeveer op neer dat de Duitse koning het exorbitante bedrag van maar liefst € 245.000,- per jaar opstrijkt.

Het mag wat kosten maar dan heb je ook wat, want een ieder begrijpt dat Duitsland deze mega-order immers nóóit had kunnen binnenhalen als zij slechts een ordinaire republiek was. Het enige probleempje is alleen hoe het Duitse staatshoofd nu precies genoemd moet worden. Daarom is de titel van dit artikeltje een beetje onbeholpen 1:1 uit het Nederlands vertaald: Der König, want in Duitsland heeft men het namelijk — héél vreemd — over der Präsident.

Of zoiets.








Kampioen

Inderdaad ja, een arbeider draait aan het eind van zijn werkweek zijn handpalm naar boven om zijn loonzakje in ontvangst te nemen. Strikt genomen houdt hij dan zijn hand op, evenals de secretaresse die aan het eind van een maand werken haar salaris ontvangt, zij het dan meer in overdrachtelijke zin. Toch heeft de uitdrukking 'de hand ophouden' een nadrukkelijk morele connotatie: geld ontvangen zonder dat daar een prestatie tegenover staat of stond. En precies dat laatste maakt het indelen van AOW'ers tot 'handophouders' tot een misselijkmakende immorele duiding. Tot zover de ernstig semantische tekortkoming in het tendentieuze betoog van Maarten Keulemans' 'Wie is kampioen handophouder van Nederland?'.


Pieter Bruegel de Oude (1525 – 1569)
De Kreupelen, 1568 (Musée du Louvre, Parijs)
Het kan ook efficiënter, namelijk met de handpalm naar beneden. De vingers worden daarbij zo wijd mogelijk gespreid, en vervolgens krachtig samengeknepen. Dan wordt die gevulde hand naar de broekzak gebracht om daar ten slotte in te worden geledigd. En dat niet één keer, maar herhaaldelijk tot de drager onder het gewicht van de vulling bezwijkt, simpelweg omdat toezicht ontbreekt. Deze handbeweging wordt echter niet uitgevoerd door arbeiders en secretaresses, maar door het écht immorele volk: managers en bankiers. Dit gespuis hoeft helemaal geen looneisen te stellen, want zij pakken het gewoon. Salonsocialisten zoals voormalig PvdA-premier Wim Kok, die tijdens zijn politieke loopbaan het gore lef had te durven spreken over 'exhibistionistische zelfverrijking', graaide er vervolgens zelf schaamteloos op los als commissaris bij de ING. Inmiddels is die handbeweging zelfs tot cultuur verheven,— een ware kunst die aan de basis ligt voor de economische crisis waar de wereld thans mee worstelt. Radix malorum cupiditas est.

Maar het kan vanzelfsprekend nóg efficiënter, en wel op een manier dat er eigenlijk niet eens meer een hand aan te pas hoeft te komen. De Nederlandse samenleving onderhoudt namelijk ook een familie die noch de hand ophoudt, noch graait. Deze over het paard getilde lieden liggen op grond van hun geboorte aan een permanent gemeenschapsgeldinfuus, waar onophoudelijk miljoenen Euro's doorheen moeten worden gepompt. Voornoemde managers en bankiers kunnen — in ieder geval in theorie — nog worden aangesproken op hun graaikunsten, al was het maar omdat de opbrengsten van die kunsten in geen enkele verhouding staan tot hun geleverde prestaties. Zo niet bij deze ene familie: die presteren niet alleen helemaal niets, maar zij kunnen ook nog eens wettelijk nergens op aangesproken worden.

Deze familie, en niemand anders, is de ongeslagen en ware kampioen handophouden.








Kwansel

En zo is het dan toch gebeurd: een week voor de verkiezingen is de coalitie gesmeed. Er is geen kristallen bol voor nodig om reeds te kunnen vaststellen dat op 13 september Sybrand met hetzelfde soort bescheidenheid als Maxime destijds bij de formering van het vorige kabinet op het telefoontje wacht, terwijl kereltje Pechtold alvast zijn neoliberale walm in volle omvang kan uitslaan.





De enige vraag is of er pro forma nog wel de tijd zal worden genomen voor een onderhandelingsronde met Emile, maar daarna zal ongetwijfeld de nieuwe Kamer 'met hangende pootjes' bij mevrouw Van Amsberg aankloppen,— al was het maar om Marks profetie in vervulling te laten gaan. Die deftige mevrouw zal vervolgens op haar beurt 'laten onderzoeken' of het geheel wellicht gecompleteerd zou kunnen worden met onze nationale pantoffelsocialisten.

Ach, dat zal vast wel lukken, want om er minimaal een ministerspost of drie à vier uit te slepen heeft Diederik alvast plaatsgenomen op de vaste stek van de PvdA: achter de ramen.









Nepglazenwasser

Van een onzer redacteuren
De marechaussee heeft vrijdagavond bij Paleis Huis ten Bosch in Den Haag een 84-jarige nepglazenwasser aangehouden. Dat meldde de politie zaterdag. De bejaarde man, die geen vaste verblijfplaats heeft, hield zich op in het Haagse Bos bij het woonverblijf van koningin Beatrix.



De Koninklijke Marechaussee, die over de bewaking van het paleis gaat, vond dat hij zich verdacht gedroeg in het bos. Toen bleek om wie het ging, werd hij overgedragen aan de politie. Volgens een politiewoordvoerster had hij vergaande plannen met betrekking tot het paleis. De van oorsprong Spaanstalige oplichter verklaarde in gebroken Nederlands tegenover de politie het paleisbordes alvast uit te willen proberen: "Ieke straks later op bordès met dochter en skoonzoon! Baas generalísimo Roette hep gezegt isse goet!"

Behalve voor het vragen van geld zonder ramen te hebben gelapt, blijkt de oude man ook te worden gezocht wegens betrokkenheid bij het op grote schaal laten verdwijnen, martelen en in zee dumpen van circa 30.000 mensen gedurende de periode van 1976 tot 1983 in Argentinië. Thans doet hij zich voor als glazenwasser in de Haagse regio, waarbij hij met zijn praktijken reeds tientallen slachtoffers maakte.






 

Patatje

Zaterdagavond, een zeurende trek, maar niets eetbaars in huis — althans, niets zinvols — wat doe je dan? Een patatje halen op de hoek bij Arthur. Het is het gewoonlijke tafereel: hangjongeren voor de snackbar, waarvan sommigen halfleunend op brommer of scooter. Tijdens het wachten op mijn bestelling trok ik een willekeurige krant uit de stapel die op de sigarettenautomaat lag. Arthur bleek geabonneerd op het AD. Zaterdag 11 augustus, pagina 2: 'De kroonprins deelt het politiek chagrijn', geschreven door parlementair verslaggever Frank Hendrickx.



Algemeen Dagblad, 11 augustus 2012
Het artikel blijkt over het interview te gaan dat Mart Smeets tijdens de laatste Olympische spelen met Willem-Alexander had. Hoewel ik meende dat toch op televisie te hebben gezien — inclusief de beruchte 'schoffering' van Smeets aan het adres van de prins, die wél breed werd uitgemeten in de pers — was dit gedeelte van het gesprek niet uitgezonden, de inhoud hiervan was mij althans geheel onbekend. Gelukkig was Arthur zo vriendelijk mij de krant mee te geven zodat ik hier alsnog over kon berichten. Immers, de prins die onder de ministeriële verantwoordelijkheid valt, en zich uitspreekt over onze politiek is per definitie pikant. Zo blijkt prins Willem-Alexander van mening te zijn dat Nederland 'weer een visie' nodig heeft, 'een stip aan de horizon. Het is allemaal korte termijn politiek op dit moment'. Zo'n overweldigende diepzinnigheid,— en dat nog wel op de zaterdagavond. Je kunt er moeiteloos de scherpzinnige leus van Sybrand van Haersma Buma achteraan plakken: 'Samen kunnen we meer'.

Vanwege die rare ministeriële verantwoordelijkheid is er een verkrampte regel, volgens welke de pers leden van het koninklijk huis nooit letterlijk mag citeren. Er mag dus niet geschreven worden 'De prins zei dubbele punt aanhalingstekens openen bla bla aanhalingstekens sluiten punt', maar in plaats daarvan: 'De prins zei dat bla bla punt'. Op die manier kan de dienstdiende premier zich er desgewenst gemakkelijker onderuit wurmen. Zo niet bij dit artikel, want de kroonprins schijnt letterlijk gezegd te hebben: 'Het is voor Nederland belangrijk weer op de lange termijn te denken: waar gaan we met dit land naartoe?' Inderdaad, het zijn geen wereldschokkende uitspraken, maar dat Willem-Alexander geen politiek licht is wist iedereen al. Wie zijn oor tegen dat van onze kroonprins zou houden, hoort vermoedelijk ergens héél in de verte de zee ruisen.

Dat is op zich al erg genoeg, maar dat is hier het punt niet. Verder niet bij naam genoemde Nederlandse politici spreken echter toch hun verbazing uit, want deze uitspraken zouden immers ook begrepen kunnen worden als kritiek op het zittende demissionaire kabinet. Maar tegelijkertijd zijn diezelfde uitspraken kennelijk wél met toestemming van premier Rutte gedaan, want hij is per slot van rekening verantwoordelijk. In de indirecte rede gaat de prins zelfs nog verder, want hij verwijt de dames en heren politici 'navelstaarders' te zijn. In de rest van het artikel is niet duidelijk waar Hendrickx zijn eigen mening uiteenzet, of die van Willem-Alexander parafraseert. Ten slotte constateert de parlementair verslaggever dat 'de kroonprins bijna achteloos meegaat in neerbuigende opmerkingen over kortzichtige politici'.

Van zijn laatste mannelijke voorganger, koning Willem III — over wie men zonder overdrijven mag stellen dat hij zo gek als een deur was, en daarom in de volksmond ook wel koning Gorilla of Willem de Laatste genoemd werd — is bekend dat hij zich mateloos kon ergeren aan 'die ministers met hun hinderlijke neiging mee te willen regeren'. Het is vooralsnog zeer de vraag of wij met de huidige troonopvolger beter af zijn: hij kan weliswaar zeer goed hossen op het podium van het Holland Heineken House, op bekwame wijze vakantie vieren in Kranidi en elders, en zoals gisteren mechanisch en niet-begrijpend een krans leggen bij het Indië-monument in Roermond, maar als dit het niveau is van wat een hele reeks komende kabinetten te wachten staat na de troonswisseling, dan is er bepaald geen reden tot gerustheid.

Ten aanzien van het politieke domein dient de prins gewoon zijn doorluchtige mond te houden, zo simpel is dat. Over hockey-uitslagen en hardlooptijden mag Willem de Overbodige zich uitspreken, maar direct daarna moet hij — hup! — meteen weer terug in zijn paleishok.