De Waaghals

Op de valreep naar het nieuwe jaar is het parlementaire rondedansje om een verse koninklijke hete brij altijd weer even vermakelijk als voorspelbaar. De tandwielen van het ministeriële antwoordapparaat vermalen namelijk iedere kamervraag onverbiddelijk tot een eenheidsworst, die steevast tot dezelfde antwoorden leiden: [1] Het is niet waar; [2a] het verstrekken van deze informatie zou de veiligheid van de leden van het koninklijk huis in gevaar brengen; [2b] het verstrekken van deze informatie zou de privacy van de leden van het koninklijk huis schenden; [3] Over gesprekken tussen de premier en het staatshoofd worden nooit mededelingen gedaan.

Het stellen van kamervragen die de koninklijke familie, het koninklijk huis of de monarchie raken heeft namelijk uitsluitend een symbolische functie. Als de antwoorden tóch al vaststaan, waarom zou je de vragen dan überhaupt nog stellen? Die zogenaamde antwoorden zijn immers toch het resultaat van een parlementaire afpoeiermachine die met slechts één doel gebouwd is: die rare over het paard getilde familie tegen elke prijs uit de wind houden. Welnu, ik zal u verklappen waarom — in dit geval de neoliberale gedoogpartner D66 — deze kamervragen toch stelt; het is namelijk om héél eventjes stoer te doen tegenover het eigen electoraat. "Kijk eens mamma? Zonder handen!",- zoiets. Zo plat en eenvoudig is het.

Terwijl Rutte met groot vertoon manmoedig voor de koning gaat staan om zo opzichtig mogelijk een goede beurt bij 'zijn' Majesteit te maken, bidt kamerlid Kees Verhoeven stilletjes dat hij met zijn vragen niet te ver is gegaan en over twee weken nog wel wordt uitgenodigd op de nieuwjaarsborrel ten paleize. Maar dat plekje aan tafel in de buurt van Máxima kan hij in ieder geval op z'n buik schrijven, want Keesje moet uiteraard wél braaf blijven. Als er namelijk na de volgende verkiezingen misschien geen stoeltje meer voor hem is in de Kamer, dan moet hij natuurlijk nog wel ergens anders aan de slag kunnen. "Wie zoet is krijgt lekkers...", op die oude melodie wordt dat liedje nog steeds gezongen.

Diep in zijn hart hoopt de brutale parlementariër dat het allemaal met een sisser afloopt, en er vooral niet teveel publiciteit aan wordt gegeven. De antwoorden op zijn vragen waren immers vooraf al bekend en interesseren hem dus ook helemaal niet, hij wil alleen met zijn gedurfde actie kunnen koketteren tijdens de komende verkiezingscampagne. Maar op dit moment wil hij eigenlijk niets liever dan twee ponsgaatjes in de schriftelijke antwoorden van de premier prikken en ze dan zo snel mogelijk opbergen in de archiefkast.

Inderdaad ja, in die oranje map daar. Helemaal bovenaan, achterin.




Satieren

Voor iedereen die op de wereld terecht komt is het de kunst om daar op de een of andere manier een eigen plekje in te vinden, en dat daar iets tegenover moet staan vinden we normaal. Wie echter geen genoegen neemt met zo'n eenvoudig plekje en meer wil, moet dus ook een evenredig hogere prijs betalen — ook dat vinden we niet meer dan redelijk. Vrij naar een bekend Nederlands spreekwoord zou je kunnen stellen: hoe hoger je in de boom gaat zitten, des te meer wind je vangt.

In ons land is er echter één familie die niet gewoon een plekje wil, die ook geen genoegen neemt met een beetje meer, maar zij willen domweg álles. Deze familie wil politieke zeggenschap, maar niet deelnemen aan verkiezingen. Deze familie wil macht uitoefenen, maar geen verantwoordelijkheid dragen. Deze familie wil alle eer, maar geen enkele verdienste. Deze familie wil rijkdom, maar niet werken. Deze familie wil ondernemen, maar niet riskeren. Deze familie wil zich in de hoogste regionen bewegen, maar duldt geen kritiek. Deze familie zet zichzelf geregeld voor schut, maar verdraagt geen enkele spot. Zij willen in de top van de hoogste boom, maar eisen vervolgens een totale windstilte. Ziehier de onredelijkheid van de monarchie in een notendop.

Het bericht dat een 'Boos koningshuis de rem zet op satire' zal dan ook niemand verbazen, evenmin dat dit nieuws pas na ruim drie jaar boven komt drijven. Zoals gewoonlijk doet de familie met zo'n beetje het uitgebreidste arsenaal aan juridische verdedigingsmiddelen voorkomen dat zij weer eens zo zielig zijn omdat zij zich immers niet kunnen verdedigen. Uiteraard is het absurd en volstrekt onaanvaardbaar om ons naast de eenzijdig gedicteerde mediacode nu ook nog eens een satireverbod door de strot te laten duwen, maar het is de vraag of het juist is om nu moord en brand te gaan schreeuwen — wat overigens wel een zeer begrijpelijke reflex zou zijn.

De Duitse filosoof Nietzsche wees er al eens fijntjes op1 dat men zich een machtsbewustzijn zou kunnen voorstellen dat zich de luxe kan permitteren haar critici ongemoeid te laten volgens het motto 'Laat hen leven en welvaren, daar ben ik sterk genoeg voor'. Bij onze monarchie lijkt echter het omgekeerde het geval, want die is klaarblijkelijk niet sterk genoeg meer om spot en satire te verduren. De rem die het koningshuis hierop zet is dus beter te begrijpen als een repressief antwoord van zwakte; een symptoom dat de monarchie een slopende ziekte onder de leden heeft en niet veel meer kan verdragen.

De republikein ziet dit getergde koningschap voortstrompelen en begrijpt dat wanneer er een einde aan deze tragikomische operette komt, dat waarschijnlijk niet eens zijn schuld zal zijn.

Willem de Overbodige zou wel eens heel goed Willem de Laatste kunnen zijn.






  1. Friedrich Nietzsche: 'Zur Genealogie der Moral' (1887), [II/10]





Kerstprak 2015

Kun je aan een ander uitleggen wat een aardbei is? Ja, althans, tot op zekere hoogte. Bijvoorbeeld "een kleine rode vrucht, van boven wat breder dan van onder, aan de buitenkant voorzien van een soort kleine pitjes en meestal met een kroontje van groene blaadjes met een steeltje er bovenop". Zoals u merkt is deze beschrijving natuurlijk verre van volledig, maar het volstaat in elk geval om een aardbei te kunnen onderscheiden van een druif, mandarijn of meloen. Maar zou je ook aan iemand kunnen uitleggen hoe een aarbei smaakt? Dan blijkt het ineens een stuk moeilijker te worden, want heel veel verder dan bijvoorbeeld "zoet en fruitig" komen we niet. Spijtig, want een aardbei smaakt toch echt heel anders dan een druif, mandarijn of meloen, die immers ook "zoet en fruitig" zijn. Er zit maar één ding op, en dat is ervaren hoe een aardbei smaakt. Een simpele ervaring van luttele seconden vertelt meer dan duizend woorden.

De jaarlijkse toespraak van onze Zelfbenoemde Majesteit was de gebruikelijke kerstprak ("Kerstmis geeft ons een moment van bezinning" — dat soort ingrediënten). Toch is het interessant om een moment stil te staan bij de inhoud van deze periodieke vorstelijke bezinning. Naast de gebruikelijke plattitudes — die zijn hem uiteraard vergeven — spreekt de Goddelijk Uitverkorene namelijk ook zinnen uit die sterk doen vermoeden dat hij niet doorvoelt wat hij zegt. Een uitspraak als bijvoorbeeld "We hebben een democratische rechtsstaat opgebouwd" zal hij uiteraard begrijpen, maar veel verder dan dat het een grammaticaal correcte Nederlandse zin is, zal zijn begrip echter niet reiken. Let wel: niet kúnnen reiken, omdat juist hij het levende symbool is van een instituut dat diametraal staat op zo'n beetje alles wat er democratisch is in dit land.

Wie op eerste kerstdag naar de televisie keek voelde dan ook dat de koning over zaken sprak die hem ten diepste wezensvreemd waren. Het staatshoofd las namelijk voor over kwesties die alleen maar door ervaring begrepen kunnen worden; de hoofse tekstschrijvers hebben als het ware geprobeerd uit te leggen hoe een aardbei smaakt aan iemand die er nog nooit een heeft geproefd.

Resteert de vraag of dat nu eigenlijk wel zo erg is. Het antwoord luidt: ja, dat is erg. Héél erg, zelfs. Van een staatshoofd annex regeringshoofd mag je namelijk zonder meer verwachten dat zo iemand weet hoe de wereld in elkaar zit, zeker wanneer die zo complex is als in deze tijd, waarin een diep doorvoeld begrip van termen als bijvoorbeeld democratie, vrijheid, armoede, solidariteit, honger en geweld noodzakelijker is dan ooit.

Tegen amateuristisch politiek gewroet van een geboren staats- en regeringshoofd kan een staat zich misschien nog wel enigermate beschermen door het constitutioneel af te bakenen en in te dammen, maar tegen gecultiveerde wereldvreemdheid is geen kruid gewassen.