Beeldvorming

'Heeft u ooit een portret gemaakt van de koningin? Of lijkt het u een mooie uitdaging om dat te doen?' Met deze woorden opent de oproep van de NOS om deel te nemen aan het publieksproject 'Beeld van Beatrix'. De NOS belooft voorts foto's of video's van alle kunstwerken op hun website te plaatsen — 'schilderijen, etsen en bronzen borstbeelden tot mozaïeken, breiwerken en gedichten'. Een deskundige jury onder leiding van kunstkenner(!) Jan des Bouvrie zal tenslotte bepalen welke inzendingen een plaatsje krijgen paleis 't Loo.

Of deze actie begrepen moet worden als een opmaat naar 2013 waar heel Nederland aan het oranje-infuus gaat is niet geheel duidelijk, maar zeker is wel dat de marketingmachinerie van de familie weer flink wordt aangezwengeld. Hoe kan het ook anders? Een amateurpolitica wier mandaat geheel en al aan de berichtgeving in Privé en Story wordt ontleend, heeft onevenredig veel reclame-aandacht nodig: haar portret op postzegels, munten, in openbare gebouwen plus een geërfde titel — geen achternaam, want die luidt namelijk heel gewoontjes 'Der Nederlanden' — die meelift op de mateloze populariteit van het nationale voetbalelftal.





Helaas kan ik niet schilderen, tekenen, boetseren of breien, maar ik heb wel iets met woorden en zal mij daarom op die manier aan een 'Beeld van Beatrix' wagen.

Kon ik goed schilderen, dan begon ik uiteraard als eerste met dikke klodders olieverf aan het monumentale kapsel; géén haar, maar kapsel. Als zodanig doet het meer denken aan een helm in de vorm van haar — ongeveer zoals die speelgoedfiguurtjes van Playmobil — waarbij men het haar ook in zijn geheel kan op- of afzetten. De gekozen vorm daarentegen is klassiek, tijdloos en appelleert aan oude Europese adel: oerconservatief, stug en hard. Waarschijnlijk kan men met de knokkel van de wijsvinger hoorbaar tegen het kapsel kloppen, en wie erin knijpt hoort vermoedelijk eerst een zacht knisperend geluid, tot er krakend een stuk van afbreekt dat op de vloer in duizend scherven uiteenspat.

Kon ik mooi tekenen, dan zette ik met een paar lichte streken houtskool die kenmerkende gelaatstrekken neer, een combinatie van de kogelronde vorm met zeer geprononceerde jukbeenderen, waarvan de kroonprins min of meer een karikatuur is geworden. En profil valt meteen de korte, stompe neus op — al met al geen onprettig aangezicht. Toch zou ik gelaatstrekken tekenen waardoor men tegelijkertijd deze persoon instinctief liever op afstand houdt: het diep ingeslepen gevoel van meerwaarde dat reeds sinds jonge leeftijd psychisch is verankerd, heeft onvermijdelijke sporen nagelaten. Een ingetogen en bescheiden houding was immers bepaald niet de stijlfiguur waarmee deze vrouw geleerd heeft zich te presenteren. Wat een heldere en intelligente blik had moeten en ook had kunnen zijn, maakte daarom in de loop der jaren plaats voor licht hangende oogleden van waaronder zij met opgeheven kin op de wereld neerkijkt.

Kon ik boetseren, dan gaf ik gestalte aan een vrouwengelaat voor wie ook geen diep-menselijk leed bespaard is gebleven, als echtgenote en vrij recentelijk nog als moeder — net zoals ieder ander. Ofschoon de huid menselijke rimpels van ouderdom vertoont — opnieuw, net zoals bij ieder ander — zal men groeven van bezorgdheid daar evenwel niet aantreffen. Existentiële zorgen, zelfs in de meest extreme omstandigheden, zijn dit gelaat zichtbaar bespaard gebleven: of zij het eind van de maand wel zou kunnen halen indien zij vandaag de huur betaalde, of dat de nieuwe schoenen voor haar kinderen toch nog maar weer een maandje zouden moeten wachten. Zorgen zijn namelijk alleen iets voor anderen, terwijl medemenselijke betrokkenheid een leven lang is geveinsd. Zou ik kunnen boetseren, dan had ik een aangezicht geschapen dat nooit is tegengesproken en altijd in de kiezende positie heeft verkeerd, maar waarvan de gebroken ogen thans in de verte staren, onzeker over de toekomst van haar dynastie.

Zou ik kunnen breien, dan liet ik een gelaat ontstaan waarbij ik af een toe een steekje zou moeten laten vallen: een zuinig geknepen mond die een leven lang verantwoordelijk sprak maar het nimmer was, en wantrouwende dominante ogen die zich vertwijfeld afvragen hoe verantwoordelijkheid in het werkelijke leven toch gevoeld zou hebben, want dat is deze vrouw altijd wezensvreemd gebleven.


Wie wil mag dit portret insturen.








5 opmerkingen:

lona7 zei

Een ware uitdaging Wendela. Helaas ben ook ik geen van deze kunsten machtig. Breien zou nog kunnen lukken maar mijn aversie wint het van het goede doel. Jouw portret van woorden spreekt al zeer tot de verbeelding en is te visualiseren.

Anoniem zei

Een handige PR stunt, nu de familie, krijgen zij te weinig aandacht ?

Ger de Vries zei

Kon ik maar schilderen. Ik zou dan een abstract beeld schilderen van de von Amsbergs. Abstract, want deze mensen zijn niet democratisch genoeg om normaal geportretteerd te worden. In mijn verlangen naar een republiek kan ik vanzelfsprekend niet meegaan met de RVD die elke keer opnieuw iets bedenkt om de charme van die familie goed uit te doen komen, en dat lukt steeds minder. Tijd voor een president die na 4 of 5 jaar nog eenmaal herkozen mag worden en dan moet worden vervangen door iemand anders. Diens schilderij mag wat mij aangaat voor een prijs worden opgegeven, want na 4,5 of 8- 10 jaar is die weer weg, gekozen door het volk of eventueel weggestemd door het volk!
Heerlijk om daarover na te denken en te dromen.

Edmond V.O. Katusz zei

Ik viel bijna van mijn stoel toen ik dat bericht hoorde en zag. Godver... Godver... Godverlos ons van deze lakijen-wandaden-drang van de NOS. Wie neukt er in Godsnaam met wie dat ze dit voor elkaar krijgen. De stroopfabriek in optima forma!
Gegroet, Edmond V.O. Katusz

sheila zei

wendela je bent een groot schrijfser ,dank je wel!!!!!!