Op de kop af bestaat dit bescheiden blogje nu 10 maanden, en op de drempel van het nieuwe jaar is het zowaar vijftigduizend keer bezocht. Een getal waar grote en gerenommeerde websites hun hand niet voor omdraaien,— die weten vaak moeiteloos in een uur een dubbel aantal bezoekers te trekken. De titel 'In de Gelogeerde Aap' drukt een hoog opgevoerde ironie uit, en verzet zich middels het geschreven woord tegen de middeleeuwse weeffout in ons politiek bestel die 'monarchie' heet. Ironie als stijlfiguur, omdat een kynische positie wellicht de enig overgebleven houding is na dat andere mislukte project: de Verlichting.
Dit kleine blogje is ook niet door vijftigduizend verschillende mensen bezocht, neen, het betreft slechts een relatief kleine groep logees die — in meer of mindere mate — dezelfde mening zijn toegedaan. Tegelijk moet helaas ook worden geconstateerd dat de republikeinse gedachte als beweging van geen enkele betekenis meer is tegen het machtige monarchale bolwerk.
Op eerste kerstdag mocht 'In de Gelogeerde Aap' een bescheiden piekje beleven van ruim zevenhonderd unieke bezoekers, en uit de analyses van de statistieke bleken daar ook logees uit Argentinië bij te zijn. Om precies te zijn: uit de provincie Neuquén, uit het departement Villa La Angostura. Opvallend aan die, overigens Nederlandse, logees was dat zij in het bijzonder belangstelling hadden voor de artikelen 'Spagaat' en 'Demon II'; twee beknopte commentaren over een onderwerp waarmee deze gasten, inderdaad, behoorlijk in de aap gelogeerd zijn. Toch is dit niet het moment om daar verder op in te gaan; het feit alleen al dat dit onderwerp de kennelijke aandacht van deze logees heeft, geeft reden tot enige hoop.
Voor deze gelegenheid wil ik mij — als goede gastvrouw — dan ook een moment tot deze gasten richten, weliswaar persoonlijk, maar zonder rancune; beschouw het als een groet van de overkant. Dat doe ik middels enkele inleidende woorden van wijlen mijn echtgenoot, die in 1672 tegelijk met zijn broer op beestachtige wijze om het leven is gebracht:
Tot zulke gewelddadigheden mag en zal het nooit meer komen, het ideaal van een 'vrije republiek' zal onzerzijds uitsluitend met het gesproken en geschreven woord bepleit worden. 'Dat in een vrije republiek niemand op grond van geboorte recht heeft op hoge bestuurlijke ambten, en dat de uitsluiting van de prins van Oranje niet in strijd is met de vrijheid'. Deze woorden schreef wijlen mijn echtgenoot als rechtvaardiging voor zijn beroemde Akte van Seclusie, en omdat de sfeer en betekenis van die woorden geen nadere toelichting behoeven zal ik dat ook niet doen.
Thans staan wij vlak voor de verjaardag van de wereld en vieren dat feestelijk, ofschoon er misschien weinig reden is voor echte vreugde. Er heerst namelijk veel onzekerheid onder de bevolking, hetgeen u ongetwijfeld bekend zal zijn. Maar die onzekerheid geldt ditmaal niet alleen voor ons, maar die betreft ook u, omdat dit jaar wellicht dan eindelijk het jaar wordt dat uw moeder zal abdiceren om de macht aan u over te dragen. Daar hebt u niets anders voor hoeven doen dan geboren te worden en te blijven ademen. Zoals u uit zijn woorden heeft begrepen, had wijlen mijn man grote moeite met erfopvolging als beginsel voor het hoogste bestuurlijke ambt van ons land, en van de redelijkheid van dat standpunt zal ik u ongetwijfeld niet hoeven overtuigen.
In plaats daarvan wil ik daarom van deze gelegenheid gebruik maken u nogmaals uit te nodigen in mijn eenvoudige herberg; dan zal ik u het verhaal vertellen van uw laatste mannelijke voorganger, Willem III, die bij herhaling zijn vader verzocht om de beker van het koningschap aan hem voorbij te laten gaan. Dat was, om precies te zijn, in 1848, een periode waarin het toenmalige Europa er minstens even slecht voor stond als nu. Overigens op dezelfde dag dat u bij ons verbleef, brak uw moeder nog een lans voor het nieuwe Europa waarin eigenlijk helemaal niemand meer gelooft.
Aan het slot van mijn vertelling over die roerige Europese periode rond 1848, zal ik u de vraag voorleggen hoe een koningschap dat gebaseerd is op een beweerlijk goddelijk mandaat, zich zal moeten verhouden tot een federatie van landen die wél hun staatshoofd hebben mogen kiezen; een staats- en regeringshoofd dat wél politiek aangesproken kan worden. Ooit gaf u aan niets te voelen voor een verdere uitholling van het koningschap door het volledig te depolitiseren, en dat getuigde van een grote wijsheid. De keuze is thans aan u, mogelijk dit komende jaar al: dan hebt u de gelegenheid om alsnog aan de goede kant van de geschiedenis te gaan staan, en zult u bovendien dan ook eindelijk vrijuit kunnen spreken. Wellicht bent u het komend jaar al in de positie om een veelal lachwekkende — maar daardoor niet minder hinderlijke — historische plooi glad te strijken en het anachronisme van de monarchie een nieuwe en definitieve wending te geven, door het koningschap daadwerkelijk te moderniseren.
En nog vóórdat u zich in mijn bescheiden herberg te ruste zal leggen heffen wij dan samen feestelijk het glas, omdat ook u tot de onvermijdelijke slotsom gekomen bent dat een 'modern koningschap' een contradictio in adjecto is, en alleen kan worden gerealiseerd door het volledig op te heffen.
¶
Tot slot wens ik uiteraard niet alleen u, maar alle landgenoten, een vredig nieuw jaar toe.
¶
Dit kleine blogje is ook niet door vijftigduizend verschillende mensen bezocht, neen, het betreft slechts een relatief kleine groep logees die — in meer of mindere mate — dezelfde mening zijn toegedaan. Tegelijk moet helaas ook worden geconstateerd dat de republikeinse gedachte als beweging van geen enkele betekenis meer is tegen het machtige monarchale bolwerk.
Op eerste kerstdag mocht 'In de Gelogeerde Aap' een bescheiden piekje beleven van ruim zevenhonderd unieke bezoekers, en uit de analyses van de statistieke bleken daar ook logees uit Argentinië bij te zijn. Om precies te zijn: uit de provincie Neuquén, uit het departement Villa La Angostura. Opvallend aan die, overigens Nederlandse, logees was dat zij in het bijzonder belangstelling hadden voor de artikelen 'Spagaat' en 'Demon II'; twee beknopte commentaren over een onderwerp waarmee deze gasten, inderdaad, behoorlijk in de aap gelogeerd zijn. Toch is dit niet het moment om daar verder op in te gaan; het feit alleen al dat dit onderwerp de kennelijke aandacht van deze logees heeft, geeft reden tot enige hoop.
Voor deze gelegenheid wil ik mij — als goede gastvrouw — dan ook een moment tot deze gasten richten, weliswaar persoonlijk, maar zonder rancune; beschouw het als een groet van de overkant. Dat doe ik middels enkele inleidende woorden van wijlen mijn echtgenoot, die in 1672 tegelijk met zijn broer op beestachtige wijze om het leven is gebracht:
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgEEpvwBojWRMfr0GU5sII9ghZBhNwIVjtTGeZRztBN4IrgilQNt_6-w-D_0d_iN0LSkZObWVAGVganaAzAkzpkF2AEUeKw1VLxWwqVYTmchQjxFt4shms2paZptRqruxUBeOFlDyRf1TEq/s1600/seclusie.jpg)
Tot zulke gewelddadigheden mag en zal het nooit meer komen, het ideaal van een 'vrije republiek' zal onzerzijds uitsluitend met het gesproken en geschreven woord bepleit worden. 'Dat in een vrije republiek niemand op grond van geboorte recht heeft op hoge bestuurlijke ambten, en dat de uitsluiting van de prins van Oranje niet in strijd is met de vrijheid'. Deze woorden schreef wijlen mijn echtgenoot als rechtvaardiging voor zijn beroemde Akte van Seclusie, en omdat de sfeer en betekenis van die woorden geen nadere toelichting behoeven zal ik dat ook niet doen.
Thans staan wij vlak voor de verjaardag van de wereld en vieren dat feestelijk, ofschoon er misschien weinig reden is voor echte vreugde. Er heerst namelijk veel onzekerheid onder de bevolking, hetgeen u ongetwijfeld bekend zal zijn. Maar die onzekerheid geldt ditmaal niet alleen voor ons, maar die betreft ook u, omdat dit jaar wellicht dan eindelijk het jaar wordt dat uw moeder zal abdiceren om de macht aan u over te dragen. Daar hebt u niets anders voor hoeven doen dan geboren te worden en te blijven ademen. Zoals u uit zijn woorden heeft begrepen, had wijlen mijn man grote moeite met erfopvolging als beginsel voor het hoogste bestuurlijke ambt van ons land, en van de redelijkheid van dat standpunt zal ik u ongetwijfeld niet hoeven overtuigen.
In plaats daarvan wil ik daarom van deze gelegenheid gebruik maken u nogmaals uit te nodigen in mijn eenvoudige herberg; dan zal ik u het verhaal vertellen van uw laatste mannelijke voorganger, Willem III, die bij herhaling zijn vader verzocht om de beker van het koningschap aan hem voorbij te laten gaan. Dat was, om precies te zijn, in 1848, een periode waarin het toenmalige Europa er minstens even slecht voor stond als nu. Overigens op dezelfde dag dat u bij ons verbleef, brak uw moeder nog een lans voor het nieuwe Europa waarin eigenlijk helemaal niemand meer gelooft.
Aan het slot van mijn vertelling over die roerige Europese periode rond 1848, zal ik u de vraag voorleggen hoe een koningschap dat gebaseerd is op een beweerlijk goddelijk mandaat, zich zal moeten verhouden tot een federatie van landen die wél hun staatshoofd hebben mogen kiezen; een staats- en regeringshoofd dat wél politiek aangesproken kan worden. Ooit gaf u aan niets te voelen voor een verdere uitholling van het koningschap door het volledig te depolitiseren, en dat getuigde van een grote wijsheid. De keuze is thans aan u, mogelijk dit komende jaar al: dan hebt u de gelegenheid om alsnog aan de goede kant van de geschiedenis te gaan staan, en zult u bovendien dan ook eindelijk vrijuit kunnen spreken. Wellicht bent u het komend jaar al in de positie om een veelal lachwekkende — maar daardoor niet minder hinderlijke — historische plooi glad te strijken en het anachronisme van de monarchie een nieuwe en definitieve wending te geven, door het koningschap daadwerkelijk te moderniseren.
En nog vóórdat u zich in mijn bescheiden herberg te ruste zal leggen heffen wij dan samen feestelijk het glas, omdat ook u tot de onvermijdelijke slotsom gekomen bent dat een 'modern koningschap' een contradictio in adjecto is, en alleen kan worden gerealiseerd door het volledig op te heffen.
Tot slot wens ik uiteraard niet alleen u, maar alle landgenoten, een vredig nieuw jaar toe.