Neen

Naarmate de dag van de inhuldiging nadert beginnen de feestelijke infantiliteiten steeds pathologischer vormen aan te nemen. Journaals en actualiteitenrubrieken worden nu al wekenlang gegijzeld met steeds meer van hetzelfde: zijn het geen putdeksels die gegraveerd worden met een afbeelding van het nieuwe koningspaar, dan is het wel weer een nieuwe schimmelsoort die naar de nieuwe koning wordt vernoemd. En zolang iedereen die een dagje goedkoop sporen bij de Blokker koopt, maar wél weet dat er bij die speciale aanbieding geen oranje kroontje vanaf kan. De groteske polemiek over de zin en het nut van een eedaflegging bij de inhuldiging suddert intussen rustig verder, en bereikte deze week een nieuw dieptepunt met de verplaatsing van de tweede komma in de derde voetnoot van de grondwet door een loslopende neoliberale dinosauriër. De monarchie als metafysica voor domoren.

Naar nu blijkt wist Willem-Alexander al anderhalf jaar geleden dat de troonswisseling zou plaatsvinden, maar het privéfeestje hield de familie gewoonweg onder de koninklijke pet. Pas als het de koningin behaagt gooit zij wat over de schutting en iedereen zoekt het voor de rest maar uit. Zo was gisteravond in EenVandaag te zien hoe de fabrikant van de uniformen veel te laat opdracht ontving en nu op de toppen van zijn zenuwen dagelijks overuren moet draaien. Zelfs nu, nog maar twee weken voor de inhuldiging, weet de arme man nog steeds niet of hij wellicht nog op de valreep een uniform voor Willem-Alexander zal moeten fabriceren.


Get Microsoft Silverlight
EenVandaag, donderdag 11 april 2013


Arme man? Instinctief zullen de meesten — en zeker republikeinen — ertoe neigen het inderdaad voor de beklagenswaardige kleermaker op te nemen: de arrogante koninklijke familie als de kwaaie pier versus de afgebeulde onderdaan als slachtoffer. Toch is het nog maar de vraag of dat de juiste houding is. Wellicht zou het verstandiger zijn de kleermaker erop te wijzen dat hij deze late opdracht gewoon had moeten weigeren. Simpelweg niet doen,— laat meneer Van Amsberg het maar bekijken. Of de kleermaker ervoor betaald zal worden is met deze familie sowieso altijd nog maar afwachten, maar dat terzijde. Eenzelfde attitude geldt a fortiori premier Rutte, die geacht werd direct na de aankonding van de abdicatie meteen maar alles uit zijn handen te laten vallen. 'Sorry mevrouw, het land verkeert in een diepe crisis, ik heb daar nu echt geen tijd voor. Maar ik zie uw uitnodiging vanzelfsprekend met belangstelling tegemoet', zou het enige juiste antwoord geweest zijn.





Toen Willem-Alexander met de hockeydames al feestvierend op de terugweg uit Australië vanuit het vliegtuig met zijn mobiele telefoon de verkeerstoren op Schiphol belde om te zeggen dat hij een fles champagne wilde, werd de verkeersleiding geacht deze koninklijke bestelling via de radio door te geven aan de cockpit, die het op hun beurt weer aan het bedienend personeel moest vragen. Ooit — óóit — zal iemand in deze keten op moeten staan en op de grond moeten spugen, willen we althans ooit van deze rare mensen verlost worden. 'Neen meneer Van Amsberg, dat doe ik niet. Als u champagne wenst, dan kunt u dat gewoon aan de stewardess vragen, net zoals ieder ander. Een prettige reis verder'. Zo eenvoudig los je dat op.

Willem Batavus, de laatste stadhouder, mijmerde al dat iedereen fouten maakte — hijzelf vermoedelijk dus ook — alleen wist hij niet welke, simpelweg omdat niemand hem daar ooit op durfde te wijzen. Deze gezonde onzekerheid treft men evenwel niet bij Willem-Alexander aan. Dit soort kruiperige jaknikkerij is één van de krachten die de rariteit van de monarchie in stand houdt, in het bijzonder iemand als de aanstaande Nederlandse koning. Toen Paul Witteman de prins ooit vroeg of hij het niet ongemakkelijk vond dat iedereen hem zo naar de mond praatte, antwoordde Willem-Alexander parmantig: 'Nee hoor, mijn gesprekspartners hebben opdracht gekregen mij tegen te spreken'. Nu was al bekend dat wie zijn oor tegen dat van onze aanstaande koning zou houden dan héél in de verte de zee zou horen ruisen, maar deze intellectuele diarree is waarachtig voer voor logici: 'Vooruit, spreek mij tegen!' 'Ja natuurlijk, Hoogheid!' — 'Hoe dúrf je!' Of andersom: 'Kom op, spreek mij tegen zeg ik je!' 'Neen, Hoogheid. Daar kan ik helaas niet aan beginnen' — 'Hoe dúrf je!' Een flauw grapje? Wellicht zou het inderdaad vrolijk zijn als het niet zo treurig was.

De monarchie dankt haar continuïteit net zomin aan hysterische vlaggetjeszwaaiers als aan de propagandamachine van de NOS die onvermoeibaar het burgerlijk intellect blijft beledigen. Het is met name de onverschillige burger die als jaknikkende meeloper deze verknipte sociopathische familie iedere vorm van correctie onthoudt.










4 opmerkingen:

Anoniem zei

Spot On mevrouw de Witt-Bicker. Met heel veel genoegen uw bijdrage gelezen. Uit het hart (ook het mijne) gegrepen.
B.S.vanHasselt

Anoniem zei

Bea's oranje hoflakeien hebben weer wat tijd gekocht door een sociaal oranje akkoord af te sluiten met bea's vakbondlakeien zodat het volk niet teveel gaat somberen voor 30 april, de grote dag in het oranje von amsberg sprookje.

Edmond V.O. Katusz zei

Guttemuhgut, dat van die hockeydames wist ik niet, de Olympische Spelen hebben helaas mijn belangstelling niet meer als zijnde vergiftigd door internationale naijver en persoonlijk financieel "gewin" van enige leden van het organiserend comité. Dan druk ik mij nog zacht uit. (Over uitdrukken gesproken de gore pus zou in het rondspuiten als dat echt eens gebeurde, maar ik dwaal af.)

Eigenlijk buitengewoon zielig voor die man, want zijn verhouding tot het leven van de gewone man of vrouw is buitengewoon getroubleerd en hij weet dat zelf niet. Mogelijk kan zijn vrouw hem wat bijbrengen, want die heeft nog enige levenservaring buiten de koninklijk leefsfeer, maar de kans is gering. Hoort niet bij haar baan, in stand houden van de scherts is tenslotte haar taak, vertonen van echte begrip en menselijkheid wordt niet gevraagd.
Gegroet, Edmond V.O. Katusz

Anoniem zei

Bij de C&A hebben ze nog pakken in de aanbieding