Dat een monarchie niet alleen uitblinkt in bestuurlijk amateurisme maar vooral ook in Hebberigheid voor Gevorderden bleek onlangs weer eens in Duitsland. In Duitsland, zult u vragen, die zijn toch al een eeuw van de monarchie verlost? Dat klopt inderdaad, om precies te zijn gebeurde dat in 1918 bij de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog, toen Keizer Wilhelm de Tweede werd afgezet en naar Nederland vluchtte en hier als gezochte oorlogsmisdadiger politiek asiel verkreeg. Maar dat terzijde.
Voor koning Lodewijk de Derde van de toenmalige vrijstaat Beieren betekende dat ook het einde van zijn heerschappij en ook hij nam eveneens de benen voor de republikeinen. Toch bleek dat vertrek niet geheel gratis te zijn geweest,— allesbehalve zelfs. Beieren heeft namelijk decennialang onder de pet weten te houden dat de scheidende vorst er op de valreep nog een lucratief dealtje uit heeft weten te slepen. In een geheim fonds dat speciaal is opgezet voor de nazaten van de koning heeft de Duitse deelstaat inmiddels het lieve sommetje van 348 miljoen Euro gestort, waar jaarlijks 14 miljoen aan wordt toegevoegd.
Uiteraard vraagt de Duitse belastingbetaler zich nu af waarvoor zij deze familie Wittelsbach eigenlijk betalen, waarvan de hertog overigens nog steeds op kosten van de gemeenschap in het toenmalige koninklijke kasteel woont. In de overeenkomst wordt weliswaar gesproken over een schadeloosstelling voor gemiste inkomsten uit de destijds feodaal beheerde landgoederen; toch is de Duitse deelstaat nu naar de rechter gestapt om eerst maar eens te proberen wat meer inzicht en zeggenschap over dit duistere fonds te krijgen.
Het zal u niet verbazen dat onze koninklijke familie deze Hogere Hebberigheid vanzelfsprekend weet te overtreffen. Toen Juliana, de grootmoeder van de huidige koning, de paleizen aan de Nederlandse Staat verkocht, deed zij dat namelijk onder de volgende drie voorwaarden:
¶
![]() |
| Franz Herzog von Bayern in Kasteel Nymphenburg |
Uiteraard vraagt de Duitse belastingbetaler zich nu af waarvoor zij deze familie Wittelsbach eigenlijk betalen, waarvan de hertog overigens nog steeds op kosten van de gemeenschap in het toenmalige koninklijke kasteel woont. In de overeenkomst wordt weliswaar gesproken over een schadeloosstelling voor gemiste inkomsten uit de destijds feodaal beheerde landgoederen; toch is de Duitse deelstaat nu naar de rechter gestapt om eerst maar eens te proberen wat meer inzicht en zeggenschap over dit duistere fonds te krijgen.
Het zal u niet verbazen dat onze koninklijke familie deze Hogere Hebberigheid vanzelfsprekend weet te overtreffen. Toen Juliana, de grootmoeder van de huidige koning, de paleizen aan de Nederlandse Staat verkocht, deed zij dat namelijk onder de volgende drie voorwaarden:
- De onderhoudskosten van het vastgoed komen uiteraard ten laste van de nieuwe eigenaar, maar:
- Uitsluitend leden van de koninklijke familie mogen in de paleizen wonen, én:
- Als de monarchie ooit valt, dan krijgt de familie de paleizen terug.

Anders dan bij de natuur probeert de mens bij verandering meestal ook verbetering na te streven. Zo tracht bijvoorbeeld Windows 10 een verbetering te zijn van de voorgaande versies; althans, iedereen zou het vermoedelijk heel erg vreemd vinden wanneer producent Microsoft de bedoeling had om een stap achterwaarts te maken. Of zo'n voorwaartse stap dan ook ook daadwerkelijk geslaagd is moet helaas vaak nog maar blijken, maar dat is een ander verhaal. De intentie is in ieder geval vooruitgang van het systeem door bijvoorbeeld fouten te verwijderen, en zich zodoende aan te passen aan een nieuwe werkelijkheid.
Die 'meest elementaire vraag' luidt: "Waar ligt bij een constitutionele monarchie eigenlijk de soevereiniteit?" Ligt die bij het volk of bij de koning? Een bedrieglijk eenvoudige vraag, die echter niet te beantwoorden is. In een absolute monarchie is dat namelijk wél duidelijk want daar ligt de soevereiniteit uit de aard der zaak bij de monarch, terwijl die in een systeem met een gekozen staathoofd bij de kiezer ligt. Maar wat nu als je die twee gaat vermengen, wat gebeurt er dan? Wie is er dan de baas, wie heeft er dan het laatste woord? Er kunnen nu eenmaal geen twee kapiteinen op één schip zijn, en om dit onontwarbare raadsel te kunnen oplossen moet er dus één van beiden plaats maken. Het is dus ófwel de kiezer eruit, ófwel de koning eruit. Meer smaken zijn er niet.