PVV 2.0

'Ich kann gar nicht soviel fressen, wie ich kotzen möchte'
Max Liebermann in 1933




Verstoten uit het centrum van de macht — al dan niet door henzelf bewerkstelligd — kon men tijdens het debat over de Begroting van de Koning (9 oktober 2012) alvast een beetje opsnuiven van wat de houding van de Partij voor de Vrijheid zal gaan worden gedurende de komende kabinetsperiode. Nog voor de vorming van een nieuw kabinet konden we beluisteren of deze update naar PVV versie 2.0 — of een downgrade, afhankelijk van hoe men er tegenaan kijkt — wellicht ook een nieuwe koers betekent. Niet alleen de dramatische val van 24 naar 15 zetels is daarbij bepalend, maar vooral ook het politieke isolement waarin dit antidemocratische fenomeen van de democratie zich heeft gemanoeuvreerd. Voor deze fractie, waarbij de Nibelungentreue leden als CV een gepast strafblad moeten kunnen tonen, blijft het volledig ontbreken van concreet uitvoerbare oplossingen echter kenmerkend. Dat betekent dat de flapperige wartaal die de partij de laatste jaren over het koninklijk huis, de monarchie en de koninklijke familie heeft uitgeslagen vooralsnog ongewijzigd blijft: voortgestuwd door opportunistisch ressentiment, uitgebraakt door een schamper lachende Grote Bek.

Heeft de partij last van de koningin dan moet zij 'als een haas uit de regering' 1, maar op momenten dat de familie sympathie ondervindt bij het Nederlandse volk dan 'belichaamt Beatrix de bevrijding van de Spaanse overheersing' 2. Of, zoals tijdens dit debat, gaan hun 'gedachten uit naar Hare Majesteit de Koningin'. Is de PVV daarmee dan een republikeinse partij? Ja, vanzelfsprekend niet. Zoiets. De monarchie is voor de Partij voor de Vrijheid niet meer dan een vervelende steenpuist die bepaalt op welke bil zij gaat zitten; vergelijkbaar met Stalin die bulderde 'Dit zijn mijn principes, en voor wie daar moeite mee heeft heb ik andere!' Het verschil met bijvoorbeeld D66, SP en GroenLinks ten aanzien van de nieuwe formatieprocedure is, dat bij de antidemocratische PVV ieder idee van voortschrijdende democratisering en bestuurlijke vernieuwing ten principale ontbreekt.



PVV, 9 oktober 2012 - Martin Bosma


Onder Bosma's gestudeerde tongval verraadt zich echter het straatschoffie; het archetypische jongetje dat er maar niet bij kon horen op het schoolplein, maar tegelijkertijd ook onmachtig om dat te begrijpen. Het beklagenswaardige jongetje dat meelachte omdat er gelachen werd, maar bij wie het reflexieve vermogen ontbrak om in te zien dat hijzelf — ondanks zijn nieuwe glimmende bromfiets — het onderwerp van spot was. Omdat er echter wel verschil moest zijn vond dat miskende jongetje vervolgens anderen om zijn gesublimeerde haat op zwakkeren te richten, want áls het dan misgaat dan hebben anderen het tenminste gedaan.





Met een misselijkmakende zelfingenomenheid neemt de PVV-ideoloog plaats achter het katheder, en opent zijn toespraak — in een vergeefse poging de lachers op zijn hand te krijgen — met een mislukte grap. Losjes, als een tragisch-ijdele quizmaster, acterend in een derderangs spelletjesprogramma. En onder zijn goedkope C&A-pak glimmen onmiskenbaar bruine soldatenlaarzen, want kippenvel krijgt Bosma alleen nog maar bij de imperatieve éénkwartsmaat van marsmuziek. Of hij met zijn haperende retoriek met scherp, losse flodders of hagel schiet is niet belangrijk, zolang het maar in de richting van de onderbuik is. Bosma is de schooier-met-stropdas, de huisbaas die nooit iets opknapt, de huisjesmelker die zijn huurders niet beoordeelt op wíe zij zijn, maar op wát zij zijn.

De luisteraar merkt intuïtief dat wat grijnzend gebracht wordt als luchtige ironie, er bij Bosma uitkomt als bijtend cynisme. Ironie is namelijk pas ironisch als het cynisch is, en lachen is pas écht leuk als het uitlachen is. Zo noemt Bosma het hoofd van een moslima een kop en een doek heet bij hem dan een vod, en wie daar moeite mee heeft kan niet tegen een grapje. Want zo werkt het: met een afgesplitst verkeerd bewustzijn benoemt Bosma de gesimplificeerde politieke werkelijkheid, waarbij betekenissen naar willekeur in hun tegendeel worden veranderd. Als zodanig is zijn fascistoïde mauvaise foi de pasmunt voor iedere denkbare vernedering, belediging en schoffering, schaamteloos en rumoerig.

De Partij voor de Vrijheid is daarom in werkelijkheid een Partij tégen de Vrijheid, want vrijheid is voor hen pas échte vrijheid als die van anderen is afgenomen.





  1. Website PVV, 27 december 2007
  2. Toenmalig PVV-Kamerlid Hero Brinkman sprak op 30 juni 2008 de curieuze woorden 'De Partij voor de Vrijheid is koningsgezind. Koningin Beatrix belichaamt de vrijheidsstrijd tegen de Spaanse overheersing'.





Andere delen in deze serie:
CDA | VVD | SGP | D66 | PvdD | SP | GroenLinks | PvdA | PVV



6 opmerkingen:

Edmond V.O. Katusz zei

(Grinnik) Dat "C&A-pak" zal hij u in dankbaarheid afnemen, aangezien hij zich zo kan profileren als een "gewone Henk".

Die uitspraak van dhr. Brinkman kende ik niet; mooi stukje volstrekte wartaal.
Gegroet, Edmond V.O. Katusz

Timon van Athene zei

Paar brede heupen, dressuurzweepje. Past precies. Zie ook, tot intens genoegen:

Onvervalst PVV geluid!

Bosma is al lange tijd geleden ontmaskerd als een nitwit. Maar dat de PVV bom onder het vorige kabinet zo is gebackfired had ik niet verwacht.

John W. zei

Een zeldzaam gevoel voor nuance en detail beschreven met een zeldzaam scherpe pen. Wie is deze Wendela?

Timon van Athene zei

Put on your big red thinking cap.

Anoniem zei

Niet eerder heb ik een rakere beschrijving van de PVV gelezen. Let vooral op het slot waarin het woord vrijheid in het kader van de PVV wordt uitgelegd. Hulde voor Wendela.

Diotima de Areopagiet zei

Wat nu als uit historisch bronnenonderzoek zou blijken dat Bosma een womanizer is (geweest), een uiterst getalenteerde, watervlugge spits op het schoolpleintje, een man die niet van moppen hield, maar zich bediende van verfijnde ironische taalvondsten; oftewel: de mannelijke pendant van Wendela Witt-Bicker. Is het portret van Bosma dan nog wel een karakterschets, of veeleer karaktermoord? Ik zal u de vork-in-de-steel verklappen. Bosma kon niet voetballen, werd zelfs niet als laatste gekozen, de mesijes lieten hem links liggen, ook de muurbloempjes; uit arremoede werd hij journalist, heeft de nodige affaires gehad met linkse B-vrouwen, etcetera enzovoort....en dus huis-intellectueel van een anti-intellectuele partij. Zoiets als priester van een atheistische gemeente. Ben ik nu tegen Bosma? Nee, ik zou hem niet willen missen, de politiek heeft nu eenmaal antirolmodellen nodig, camp zo je wilt; en zolang Gordon, Joling of Vanessa het volk niet vertegenwoordigen in de 2e kamer, is Bosma een redelijk alternatief. Ben ik dan zelf camp? Nee, ik weet absoluut zeker dat ik geen camp ben, ik kan het zelfs bewijzen, alleen vergt dat te veel, wordt te technisch, past niet binnen dit blog, ander keertje misschien.
Belangrijker: toon ik mij nu als een bekwame ex-leerlinge van Wendela? Ja, zoveel durf ik wel te beweren: met vlag & wimpel....
Ohja, of Bosma republikein is? Vast wel, onder zijn eigen gesternte.