Gedenken & Denken

Wat zou ze gedenken, herdenken of misschien zelfs wel denken? De Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog of hoe zijzelf toen wegvluchtten naar het buitenland? Oh nee, want 'Oranje blijft op zijn post', zo stond het immers in de krant. Of zou zij aan haar vader denken, die lid was van de SA, de Reiter-SS en de NSDAP? Oh nee, want dat was volgens hem een naamgenoot. Of ja, toch wel, maar het waren anderen die hem lid hadden gemaakt. Een jongen wiens oom foute keuzes maakte is niet welkom, terwijl een meisje wier vader foute keuzes maakte namens alle Nederlanders een krans komt leggen. Of zou ze misschien aan haar oma denken, die vanuit Londen via de radio riep 'Landgenooten, houdt stand!' terwijl de melk voor de koninklijke kindertjes in den vreemde speciaal werd ingevlogen?

Wat zou ze gedenken, herdenken of misschien zelfs wel denken? De Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog of wellicht ook de dertigduizend politieke tegenstanders van haar vader, die achteloos uit vliegtuigen in zee werden gedumpt? Oh nee, want dat kan hij zich niet herinneren. Of zou ze aan haar make-up denken, of die nog wel goed zat voor al die camera's? Of dacht ze aan de tweede hypotheek voor hun nieuwe huis in Griekenland? Oh nee, want dat hadden ze immers contant afgerekend.

Wat zou hij gedenken, herdenken of misschien zelfs wel denken? De Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog of wellicht ook de verdwenen mensen onder het regime van zijn schoonvader? Oh nee, want die waren 'alle drie weer teruggekeerd',— dat had schoonpappie hem immers zélf verteld. Daar stond -ie dan, in zijn Kapitein Iglo-pak, de klep van zijn stoere pet glom voornaam in de avondzon. Maakte hij zich zorgen of de medailles voor zijn enorme verdiensten weer zo zouden gaan rinkelen in geval hij opnieuw de benen moest nemen voor een schreeuw? Of dacht hij aan de onrechtvaardige regels van de KNVB, waarbij verlies ook wordt beloond?




3 opmerkingen:

Edmond V.O. Katusz zei

Nog steeds kan ik woedend worden als ik me de schreeuw herinner die de hele koninklijke meute deed wegvluchten, onderwijl een kind tegen de vlakte werkend. De watjes, de slappelingen, de schijters!

W.A. had het voortouw moeten nemen en op zijn plaats blijven staan. Hij had zijn familie tot kalmte moeten manen en daarna langzaam en majesteitelijk, waarlijk majesteitelijk, voort moeten schrijden naar het monument.

Met doodsverachting, want het zou best een aanslag kunnen blijken, laten zien wat waarlijk koninklijk gedrag is. Alleen al daarmee had hij de republikeinse beweging voor een paar eeuwen kunnen vermorzelen.

Maar wat doet hij? Hij peert hem, hij smeert hem.
Dat noemt zich koning-aan-aanbouw.
Nu al een krot-ter-afbraak!
Onverklaarbaar bewoond, pardon uitgewoond.
Gegroet, Edmond V.O. Katusz

Anoniem zei

Wendela neemt ons weer eens de woorden uit de mond, verfraaid met een scherpzinnige schrijfstijl waar we met z'n allen een puntje aan kunnen zuigen. Ik schrijf anoniem omdat geen andere optie me lukt. Toegegeven: ik ben een digibeet maar zou toch graag nogmaals een lesje krijgen.

Bas L. zei

Wendela heeft precies mijn gevoelens verwoord die ik ervaar als ik die drie naar het monument zie lopen. Mijn gevoel zegt dat het niet klopt. De zoveelste poppenkast die wordt opgevoerd.
Net bekomen van het toneelspel opgevoerd door de hele familie op 30 april, dan een paar dagen later dit theatrale gedoe.