Toch niet

Wie met een dikke kwast het woord 'BIER' op de gevel van zijn huis kliedert is daarmee nog geen uitbater van een café geworden, want daar is toch echt wel wat meer voor nodig. Misschien zal een verdwaalde zonderling eens aanbellen om een pilsje te bestellen, maar een echt café zal hij niet aantreffen. Op dezelfde manier volstaat het niet een ei in de hand te nemen en op plechtige wijze de woorden 'Hiermee verklaar ik dit ei gebakken' uit te spreken. Slechts in zeer bijzondere gevallen kunnen woorden ingrijpen in de werkelijkheid en deze ook veranderen. U begrijpt, het zijn en blijven slechts woorden; om het ei gebakken te krijgen is heel wat meer nodig dan een dergelijke verklaring.

De aanloop naar parlementsverkiezingen is een tijd waarin partijpolitieke territoria worden afgebakend, het is een periode waarin de dames en heren politici een merkwaardig soort baltsgedrag vertonen met alle bijbehorende curieuze kreten vandien. Een overstelpende menigte van machtsgeile gegadigden overschreeuwt elkaar in een poging de kiezer te verleiden, omdat bij deze politieke stoelendans slechts honderdvijftig luxueuze pluche-zetels te vergeven zijn. Maar, net als bij een gekliederd woord op de gevel van een huis, blijven het vooralsnog slechts woorden.


Onovertroffen kampioen in het blaten van losse flodders is Geert Wilders. Tussen de verbale diarree van deze geblondeerde fascist treffen wij ditmaal het voorstel om te bezuinigen op het salaris van de koningin. Natuurlijk, het zijn slechts woorden net als van ieder ander, maar bij deze hysterische rascist liggen de zaken — zoals altijd — wat anders dan ze op het eerste gezicht lijken. Wie het waagt om tijdens verkiezingen de maiestas ter sprake te brengen begeeft zich immers niet alleen op electoraal glad ijs, maar laadt bovendien de verdenking op zich stiekem wel eens een republikein te kunnen zijn. U weet wel, dat zijn van die gelijkhebberige azijnpissers die zonodig van de monarchie af willen.

Is Wilders dan soms een republikein? Was deze pleitbezorger van het knieschot immers niet degene die tijdens de laatste kabinetsformatie riep dat de koningin 'als een haas uit de regering' gezet moest worden? Koestert deze bedenker van de kopvoddentax dan misschien republikeinse sentimenten? Het antwoord luidt: neen, die koestert hij niet. Als Pechtold, Roemer, Sap of misschien zelfs wel Samsom iets soortgelijks roepen — voor wat het waard is — dan schuilt daar tenminste een idee achter. Een idee van democratische progressie, van bestuurlijke transparantie, van rechtvaardigheid, een idee van menselijke gelijkwaardigheid of desnoods van constitutionele consistentie. Maar de rasopportunist Wilders heeft geen enkel gevoel of idee bij de monarchie, hij vindt het alleen maar lastig als hem dat even niet uitkomt. Het erfelijke regeringshoofd is voor Wilders niet meer dan een vervelende steenpuist op zijn achterwerk, en dat zit nou eenmaal niet lekker op het pluche.

Dus kliedert hij maar even wat op zijn voorruit, en deze kreet bekt wel lekker. Maar meer is het niet.








1 opmerking:

Anoniem zei

Helemaal waar wat Wendela hier schrijft. Het is voor oprechte republikeinen buitengewoon ergerlijk dat een griezel als Wilders zich laatdunkend over het koningshuis uitlaat en de oppervlakkige toehoorder dan denkt in hem een oprechte meedenker van het landsbelang te hebben gevonden. Overigens geldt voor ons zelfbenoemde staatshoofd ook precies dat wat geldt voor iemand met een afbeelding van bier op zijn huis.