Ach, wat zou het toch eens aardig zijn

...als het in Oeffelt op 21 maart zou regenen. Het zou zo'n typisch grijs Brabants wolkendek zijn: laag, drukkend en grauw. Op deze saaie woensdag — een woensdag, zoals de lokalen het hier ook wel zeggen — zou het regenen, motregenen zelfs. En rond de uitgesleten sporen in het asfalt van de landbouwvoertuigen zou hier en daar nog een stuk groene kool rondslingeren. Maar het zou ook best wel zo'n grote, platgereden winterpeen mogen zijn, nat van het vervuilde wegdek en de dunne modder. Maar toch zou het landelijk fris zijn, de akkers waren weliswaar nog niet omgeploegd — want daar was het nog net te vroeg voor — maar in de vochtige lucht zou je de belofte van het voorjaar al kunnen ruiken. De waaghalzen onder de krokussen, die in de berm aarzelend hun kopjes boven het wilde gras uitstaken, zouden meewiegen op de kille windvlagen en het lied zingen van de tijd dat het hier nog geen N621 heette, maar het nog een gewone boeren zandweg was. Links een sloot met daarachter een weiland en rechts nog veel meer Brabantse akker, met aan beide zijden héél in de verte Marsmans hooge pluimen aan den einder.

De N621 tussen Oeffelt en Beugen 

En op die regenachtige woensdagmorgen in maart zou dan op die landweg een drietal zwarte Audi's bijna tot stilstand komen achter de tractor van een boer, die onderweg was van Oeffelt naar Beugen. Die boer zou dan geen enkele haast hebben, zoals trouwens niemand hier in deze buurt, en evenmin had hij boodschap aan ongeduldig getoeter. Wie zonodig naar Buenos Aires moest, kon maar beter meteen omkeren en terugrijden naar Oeffelt, vond de boer. Dan moest je linksaf en via Haps en Mill de weg naar Den Bosch volgen, om van daaruit net zolang rechtdoor te blijven rijden tot ze uiteindelijk Spaans zouden beginnen te praten.

Maar de luiken van de boerderijen zouden gesloten blijven, want ramen zemen had op deze dag toch geen enkele zin. En vanuit de verte zou een boerin het zonderlinge tafereel op de weg van Oeffelt naar Beugen kort gadeslaan, maar schouderophalend haar emmers oppakken en zich weer omdraaien. Verder zou de landweg helemaal leeg blijven: geen zwaaiende leerlingen uit het Land van Cuijk, geen speciale genodigden, en zelfs geen ontvangstcomité. En de boer zou onderweg naar Beugen afslaan bij Portaal de Vilt, waar geen oranje kaplaarzen gereed zouden staan.

En wat zou het dan aardig zijn om die naaldhakken weg te zien zakken in de zompige Brabantse blubber, op een gewone regenachtige woensdagmorgen.




2 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste 'Wendela',
Interessant blog. Ik kom graag met je in contact. Ben van weblog Sargasso (http://sargasso.nl). Kun je me een mailtje sturen? dimitri at sargasso punt nl

Victor zei

Weer die drie auto's voor één persoon, wat een verspilling.
En niet alleen energie en milieu, maar ook onze belastingeuro's.

By the way, mijn complimenten voor de manier waarop u dit heeft beschreven.