Maar het kan nóg verraderlijker dan een ceremoniële monarchie, en het debat over dat onderwerp heeft zich vandaag in eerste termijn weer eens voltrokken. Op drie weken na was het twee jaar geleden dat de Kamer hier de laatste keer over sprak, om precies te zijn tijdens de 71ste vergadering over een Wijziging van een Reglement van Orde op donderdag 1 april 2010, dus enkele weken voor de verkiezingen van 9 juni. Inhoudelijk betreft het een motie die aan het begin van de jaren zeventig door de toenmalige Kamer werd aangenomen, en die bepaalt dat het nieuw gekozen parlement zelf de formateur mag kiezen. Deze motie is ook wel bekend als de zogenaamde 'Motie Kolfschoten'. Op dit moment wordt de formateur door de koning gekozen en benoemd, en hoewel dat constitutioneel geen enkele basis heeft, is dat als een soort gewoonterecht tot op de dag van vandaag zo gebleven. Net zo verleidelijk als het is om de koning uit de regering te willen verwijderen — maar op het gevaar af daarmee de monarchie voor altijd in ons politiek bestel te metselen — is de neiging van de volksvertegenwoordiging de koning geleidelijk steeds meer macht te ontnemen, zoals bijvoorbeeld die tijdens het formatieproces. Als zodanig past het weliswaar precies in de levenscyclus van een absolute naar een ceremoniële monarchie, totdat er van de rol van het erfelijke staatshoofd uiteindelijk niets anders resteert dan een uitgeholde ceremoniële schil met als enig overgebleven functie die van een zwaar overbetaalde lintenknipper.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhtXB9JE6oOXtRaLKzkwY9kaJNYzUBOAftFaL42I-rE5g2OGkAxZjOE0kwN6v1lWO5wQQqp-9ZdEDre9pCFbHLdH-zJR1ZEaKpW0X1UDOFWPN3GveEI7y41d-UxngMyx2M6nf-sqEcvaKBm/s1600/regering.png)
Republikeinen moeten ervoor waken zichzelf niet het enig overgebleven kwetsbare moment van de koning te ontnemen — politiek kwetsbare moment, welteverstaan — namelijk tijdens het formatieproces na verkiezingen, en daarmee wellicht de laatste kans openlijk te kunnen debatteren over 's konings politiek functioneren en publiekelijk ter discussie te kunnen stellen. Het klinkt als een paradox — en dat is het in zekere zin ook — maar wie de republiek een échte kans wil geven, ontneemt de koning dat laatst overgebleven politiek kwestbare moment dus juist niet. Dus, republikeinen: de tanden op elkaar, en volg in dit debat juist de lijn van de orangistische neoliberalen en -conservatieven en de confessionele Calvinisten en houd de koning politiek zo kwetsbaar mogelijk. Nogmaals, natuurlijk heeft de republikein het grootste gelijk van de wereld indien hij beweert dat de koning niets in de regering te zoeken heeft en zich buiten het formatieproces dient te houden, maar de risico's van verdere politieke immunisering van een staatshoofd dat daarmee geheel en al in het politiek-ondergrondse zal verdwijnen zijn gewoonweg te groot.
En dan komen we helemáál nooit meer van die rare monarchie af.
2 opmerkingen:
Ik vraag me af waarom men er nu in deze druke tijd weer over begint te praten. Is men bang dat we binnenkort weer naar de stembus moeten? Of zou het zo zijn dat Beatrix stopt en men het met Willem Alexander niet ziet zitten in de regering?
Waarom ziet niemand dit? Ik heb meer artikelen van u over dit onderwerp gelezen, maar niemand die hier op ingaat. Onbegrijpelijk want ik zie het gevaar wel degelijk.
Een reactie posten