Mene Tekel

Met de koninklijke onschendbaarheid heeft het niet eens zoveel te maken, althans, niet met die van het raadselachtige leerstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid, waarvan het slechts de andere zijde van één en dezelfde medaille is. Deze onschendbaarheid is in historische termen te begrijpen als synoniem van het absolute en het grandioos volmaakte van de maiestas, maar dat sinds 1848 schuurt met onze democratische grondwet. Maar een beetje verwarrend is dat wel.


Rembrandt van Rijn: 'Belsazars feest' (1635)
'Mené Mené Tekèl Ufarsin'
Waarmee heeft het dan wél te maken? Ach, weer eens met een van die merkwaardige privileges die voor slechts één bepaalde familie in Nederland geldt, de familie die zich heeft weten in te vreten in hoogste bestuurlijke regionen. Als iemand in dit land zich beledigd voelt, dient hij aangifte wegens smaad en laster te doen, en het openbaar ministerie beslist dan of er tot vervolging wordt overgegaan. Zo niet voor deze ene familie: voor hen zijn er — ergens in de negentiende eeuw — speciaal artikelen opgenomen in het wetboek van strafrecht, waarbij 'opzettelijke belediging' van de koning of diens vermoedelijke opvolger bestraft kan worden met respectievelijk 5 en 4 jaar hechtenis.

Kán,— het hóeft niet. De ondoorgrondelijkheid van het openbaar ministerie om in het ene geval wel en in het andere geval niet tot vervolging over te gaan, lijkt vooralsnog op pure willekeur. Voorbeelden te over: Domela Nieuwenhuis, Alexander Cohen, Willem Holtrop, Herman Amptmeijer, Sander van de Pavert (Lucky TV), Hans Teeuwen, en recentelijk Erwin Lensink en nu weer een arme drommel van een binnenvaartschipper die alles is kwijtgeraakt. De ene wordt wel aangepakt — zelfs buiten elke redelijke proportie, zoals in het geval van Lensink — terwijl anderen met de grofste beledigingen vrijuit gaan.

Dat de koninklijke waardigheid — wat dat dan ook zijn moge — slechts de jure onschendbaarheid is, blijkt wel uit het feit dat de koning en diens vermoedelijke opvolger kennelijk en wel degelijk geschonden kunnen worden. Immers, zouden zij de facto onschendbaar zijn, dan waren er ook geen wetsartikelen nodig om eventuele overtreders te kunnen bestraffen. Evenmin houdt het pathetische argument stand als zou deze overgeprivilegieerde familie 'zichzelf niet kunnen verdedigen', zoals demissionair premier Rutte zo graag beweert. Integendeel zelfs: wat hun blinde haat voor onvoorstelbare verwoestingen kan aanrichten in een leven als dat van iemand als Edwin de Roy van Zuydewijn behoeft geen nadere toelichting.

Over ongeveer tweehonderd jaar zal Friedrich Nietzsche een scherpzinnige verhandeling1 schrijven, waarin hij zal stellen dat naarmate de macht en het zelfbewustzijn van een samenleving toeneemt, het strafrecht omgekeerd evenredig milder wordt. De 'geschondene' wordt precies zoveel menselijker als hij sterker wordt; tenslotte geldt zelfs de mate van benadeling die hij kan verdragen zonder er onder te lijden als maatstaf voor zijn kracht. Absoluut zekere almacht kan tenslotte dan ook in niets anders uitmonden dan in indifferente genade.

Noch het ergerlijke privilege van deze familie, noch de rare willekeur van het openbaar ministerie, noch het onrechtvaardige lot dat mensen als Lensink en De Roy van Zuydewijn is beschoren vormen de kern rond het archaïsche fenomeen van majesteitsschennis.

De ware kern van de zaak is de betekenis van de reactie. Het toont dat de monarchie blijkbaar iets onder de leden heeft. Het is te begrijpen als een repressieve reactie op een hedendaags Mené Tekel 2,— als een angstige uitdrukking van onzekerheid, maar bovenal van: zwakte.






  1. Friedrich Nietzsche: 'Zur Genealogie der Moral' (1887), [10]
  2. Dan 5:25 'God heeft uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt. Gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden'.








4 opmerkingen:

Jacqueline zei

Weer een messcherpe analyse! Keep up the good work, Wendela!

Anoniem zei

"één bepaalde familie in Nederland geldt, de familie die zich heeft weten in te vreten in hoogste bestuurlijke regionen."

Veel beschaafde mensen noemen je dan een populist, als je het zo schrijft of zegt.
Maar in dit geval, kan je eenvoudigweg niet anders, het is de waarheid.

Ik mis nog:
dikste plaat voor de kop.
Leugenachtig/frauduleus.
En bovenal, schaamteloos, en honds brutaal.

Goed stuk!
Houwzee...

Groet,
Mae Dogenloos

Wendela de Witt - Bicker zei

Met betrekking tot het onderwerp is slechts hun bestuurlijke positie relevant. Van uw 'Houwzee' ben ik echter wat minder gecharmeerd, zelfs wanneer het verkeerd gespeld wordt.

Lona7 zei

Vak de kween