Feestbeest

Soms valt het kwartje pas later, zoals vandaag: als bij een schokgolf alsnog omver geblazen. Zo heel erg vreemd is dat overigens ook weer niet, want er is nauwelijks ruchtbaarheid aan gegeven. Zojuist pas, in een uitstekend artikel van Nausicaa Marbe in De Volkskrant, wordt de aandacht op de kwestie gevestigd. Wie geabonneerd is op de (digitale) NRC kan haar bron in het oorspronkelijke artikel van 27 juli hier nalezen.

De Nederlandse koninklijke
waardigheid in Londen
Wat er aan de hand is? De kroonprins blijkt zich te hebben uitgesproken over het al dan niet herdenken van de elf omgekomen Israëlische deelnemers aan de Olympische Spelen van 1972. De onthutsend relativerende toon waarmee Willem-Alexander zich onder het motto 'Gefeest moet er worden, niet herdacht' achter IOC-voorzitter Jacques Rogge schaart, wordt op voortreffelijke wijze besproken door Nausicaa Marbe. Zo kennen we onze prins tenminste weer.

Toch is hier — zoals altijd — meer aan de hand dan dat ons komend staatshoofd zijn abjecte mening uit, waarvan de inhoud niet eens zo relevant is. Als Jacques Rogge namelijk iets soortgelijks beweert, dan kan hij daarop aangesproken worden: voor de draad ermee, argumenten graag! Maar alles wat onze kroonprins doet en zegt valt, zoals iedereen weet, onder de (afgeleide) verantwoordelijkheid van de regering. Dit is nu weer typisch zo'n grensgevalletje, waarbij het de vraag is of demissionair premier Rutte de zaak op zijn beloop moet laten of juist moet ingrijpen. Want — en dat is de staatsrechtelijke implicatie nu eenmaal bij onze strompelende constitutionele monarchie — is dit dan soms ook het standpunt van de regering? Immers, behalve Israël, hebben ook de regeringen van ondermeer Duitsland, Australië, Italië, Canada en de Verenigde Staten bij het IOC aangedrongen op een minuut stilte tijdens de Londense openingsplechtigheid. Sterker nog: zou Nederland zich überhaupt uitgesproken hebben over een dergelijk politiek wespennest? Ik vrees van niet.

In plaats dat de kroonprins aan tafel van een of ander praatprogramma kan worden uitgenodigd om zijn standpunt nader toe te lichten en desgewenst te verdedigen, draait zoals gewoonlijk de zittende premier voor deze politiek gevoelige uitglijder op. Onze regering wordt daardoor andermaal in ernstige verlegenheid gebracht en manoeuvreert de prins met zijn dubbelfunctie als lid van het koninklijk huis en IOC-lid onze minister-president in een uiterst ongemakkelijk politieke positie. Die zal naar alle waarschijnlijkheid weer iets gaan stamelen als: 'De prins bedoelde éigenlijk te zeggen dat... enzovoorts' — enfin, die krampachtig terugtrekkende schaarbeweging van existentieel zwetende premiers kennen we inmiddels wel.

Tenslotte: is dit dan een reden om het koningschap verder te depolitiseren? Op het eerste gezicht wel, maar vanuit strategisch-republikeins perspectief is het beter van niet. Niettemin is deze kwestie in ieder geval wel een paar stevige kamervragen meer dan waard, ofschoon het nog maar zeer de vraag is of onze vakantievierende of campagnevoerende parlementariërs sowieso wel kennis nemen van deze kwestie.

Door het stellen van kamervragen wordt immers niet alleen aangetoond hoe het irrationele en onhanteerbare leerstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid de regering, maar ook de monarchie als systeem kwetsbaar maakt. En dat laatste is in republikeins belang, maar dat kan echter alleen onder de strikte voorwaarde dat de kroonprins zichtbaar genoeg is en blijft om dit soort politiek gevoelige uitglijders te kunnen blijven maken.







3 opmerkingen:

Bas. L zei

Ik ben bang voor, maar ook stiekem hoop ik op, veel uitglijders in de toekomst.

jmm.peters zei

het koninklijk feestje word gewoon voort gezet.
meer niet

Wendela de Witt - Bicker zei

Je vraagt je inderdaad af waar de kamervragen blijven...