Voorzang

Elke zondag loopt Kees in een deftig zwart pak met een hoed op naar de kerk. Lopend, omdat Kees het niet gepast vindt om op de Dag des Heeren zijn automobiel voor hem te laten werken. Onder zijn arm draagt Kees een heel dik boek dat in fraai leer is gebonden. In dat boek staan prachtige vertellingen, en vandaag wordt het favoriete verhaal van Kees uit het boek Richteren 1 gelezen:


  1. Maar zie, terwijl zij zich te goed deden, omsingelden de mannen der stad, nietswaardigen, het huis, bonsden op de deur en zeiden tot de oude man, de heer des huizes: Breng de man, die in uw huis gekomen is, naar buiten, opdat wij gemeenschap met hem hebben.
  2. Toen ging de man, de heer des huizes, naar hen toe, buiten en zeide tot hen: Neen, mijn broeders, doet toch geen kwaad; nu deze man in mijn huis gekomen is, moet gij deze schandelijke dwaasheid niet begaan.
  3. Zie, mijn dochter, die een maagd is, en zijn bijvrouw wil ik wel naar buiten brengen; verkracht haar en doet met haar wat gij wilt, maar met deze man moet gij deze schandelijke dwaasheid niet begaan.
  4. Maar de mannen wilden niet naar hem luisteren. Toen greep de man zijn bijvrouw en bracht haar bij hen buiten, waarop zij gemeenschap met haar hadden en de gehele nacht met haar bezig waren tot de morgen toe. Bij het aanbreken van de dag lieten zij haar gaan.
  5. Zo kwam de vrouw, bij het naderen van de morgen, viel neer bij de ingang van het huis van de man, waar haar heer was, (en bleef daar liggen) totdat het licht was geworden.
  6. Toen haar heer des morgens was opgestaan, de deuren van het huis opende en naar buiten trad om zijns weegs te gaan, zie, daar lag de vrouw, zijn bijvrouw, bij de ingang van het huis met haar handen op de drempel.
  7. En hij zeide tot haar: Sta op, laten wij vertrekken. Maar er kwam geen antwoord. [...]


Kees wordt stiekem altijd een beetje opgewonden van deze bijbelvertelling, daarom is dit ook zijn lievelingsverhaal. Dus legt Kees voor alle zekerheid maar zijn hoed op schoot, want anders ziet zijn vrouw het misschien. Maar gelukkig is Gods goedertierenheid oneindig, en mag Kees er dus op vertrouwen dat die arme bijvrouw uit dit verhaal niet zwanger is geworden.
Na de lezing uit de Heilige Schrift worden er altijd prachtige psalmen gezongen, met van die hele lange vibrerende noten, waar je eerst lekker op kunt sabbelen en dan van je natte tong kunt laten glijden. Maar voor Kees hoeft dat allemaal niet zo; Kees vindt dat maar smerig.


Daarom gaat Kees altijd liever voor het zingen de kerk uit.





  1. Ri 19:22-28







2 opmerkingen:

Anoniem zei

Een klapper! Om je te bescheuren maar natuurlijk ook triest als je bedenkt dat Kees dadelijk weer wordt gevraagd gaten op te vullen in het nieuwe kabinet. (wel degelijk dubbelzinnig bedoeld)

Kuiral zei

En wij in Nederland maar klagen over die idiote Baardapen.
Gelukkig hebben wij onze eigen geloofs-gekkies
en mensen stemmen ook nog op zo'n geperverteerde man.