Rrrrefo!

Om een verhaaltje te kunnen vertellen heb je soms niet meer nodig dan alleen maar een paar figuranten. Voor het sprookje van Doornroosje heb je bijvoorbeeld niet veel meer nodig dan een koning, een koningin, een boze fee, een prins en uiteraard de hoofdpersoon. Die personages zijn zo plat als een dubbeltje, maar dat is ook voldoende voor het verhaal. Zo weten we bijvoorbeeld niets over wat voor een man die koning eigenlijk is, of hij eigenlijk wel een gelukkig huwelijk heeft, of de koningin misschien wel in een depressie verkeert omdat zij eigenlijk lesbisch en verliefd is op de fee, wat meteen verklaart waarom die zich zo boos en rancuneus gedraagt, terwijl de prins niet weet dat hij eigenlijk een bastaardzoon is van de koning en een zus van de fee. Dat is allemaal volstrekt irrelevant; het verhaaltje moet verteld kunnen worden, meer niet. Wie bij platte vertellingen toch meent diepte te moeten aanbrengen door irrelevante relaties te leggen binnen het verhaal en die vervolgens serieuzer neemt dan zij zijn, riskeert daarmee niet alleen zich bezig te houden met zaken die er ten principale niet toe doen, maar zich ook nog eens onsterfelijk belachelijk te maken.


De boze heks Zwarte Magica als
representante van destructieve magie
Een subliem voorbeeld daarvan konden we gisteren lezen in Dagblad Trouw, waar de hersteld hervormde theoloog drs. M.W. Muilwijk waarschuwt dat het lezen van Donald Duck zondig zou zijn. Zo constateert de godgeleerde bijvoorbeeld dat zich rondom Donald Duck zaken afspelen die te denken geven. 'De drie neefjes zijn altijd bij oom Donald, maar waar zijn de vader en moeder van deze neefjes? Is het goed dat deze drie neefjes worden opgevoed door een man alleen?' Deze moreel ontwortelde situatie roept 'in het licht van hoe de Heere de dingen heeft bedoeld en geschapen' toch vragen op bij de theoloog. Uiteraard mogen de duistere praktijken van de boze heks Zwarte Magica niet ongenoemd blijven: 'Dit is ook wat Zwarte Magica doet: Dagobert Duck verwoesten. Dit staat haaks op de Bijbel. Het kwade wordt namelijk niet overwonnen door het goede, maar Dagobert Duck (die niet uitblinkt in de christelijke deugd van naastenliefde; hij doet mij denken aan Luk. 12:13-21 (de rijke dwaas) en Luk. 16:19-31 (de rijke man en de arme Lazarus) slaat steeds het kwaad af.'





Laten we eens van de gelegenheid gebruik maken om — bij wijze van experiment — het platte verhaaltje dat de heer Muilwijk als morele maatstaf hanteert op dezelfde wijze volledig uit de rails te laten lopen. De bronnen zijn een ratjetoe van historisch verifieerbare feiten, mythische overleveringen, canoniek, apocrief en verschillende tradities.

Jezus van Nazareth had een vader, genaamd God. Niet naar eigen zeggen, maar dat is wat Paulus er later van maakte. Jezus' moeder was weliswaar getrouwd met Jozef, maar desalniettemin bevrucht door God. 'Genitum non factum' annoteert de kerk diplomatiek, in dit verband te begrijpen dat er uitsluitend bevrucht, maar niet geneukt is. Nou, vooruit dan maar. Toch maakt dat Jozef tot Jezus' stiefvader. Van de Joods-Romeinse historicus Flavius Josephus weten we anderzijds dat Jezus nog een broer had: Jacobus. Eigenlijk een halfbroer dus. Maar God blijkt niet alleen te zijn, want naast God staat ook nog de Heilige Geest, niet voor of na, maar ernaast. De notie van de goddelijke drieëenheid stamt immers pas uit de vierde eeuw. Wellicht is de Heilige Geest dan het beste te begrijpen als Gods broer, de oom van Jezus en Jacobus ('Onze Oom die in de hemelen zijt...'?), en omgekeerd zijn Jezus en Jacobus dus de neefjes van de Heilige Geest. Bovendien blijkt uit vrij recent archeologisch onderzoek dat God ook nog eens een echtgenote had, Ašerah, wat ineens een heel ander licht werpt op de affaire tussen God en Maria, die de hersteld hervormde theoloog vermoedelijk zeer onwelgevallig zal zijn. Dan zwijgen we nog maar over de gnostische traditie die verhaalt dat Jezus getrouwd was met Maria Magdalena, wier kinderen God en Ašerah dus als opa en oma hadden.

U zult zich inmiddels terecht afvragen waar dit allemaal op slaat. Inderdaad, helemaal nergens op: het verhaal vliegt hopeloos uit de bocht en gaat vervolgens honderd keer over de kop. Dit soort verbanden voegen niets toe aan de vertellingen, integendeel,— ze doen er juist afbreuk aan. Ze maken het net zo idioot als het leggen van relaties tussen de personages rondom Donald Duck, en net zo belachelijk door te beweren dat een vrouw na verkrachting weinig kans maakt op zwangerschap.








1 opmerking:

Folkert Frans zei

Briljant.